Niemand verwachtte deze opmars Nederlandse vrouwelijke MMA-vechters zetten in 2025 de toon

Van Marloes Coenen en Germaine de Randamie tot de nieuwe lichting. Een nuchtere, scherpe blik op training, techniek, gyms en kansen voor vrouwelijke MMA-vechters in Nederland in 2025. Praktisch, feitelijk en relevant voor fans en vechters.

Bij het bespreken van de groei van vrouwelijke MMA-vechters in Nederland draait het om meer dan alleen resultaten. De weg loopt van pioniers als Marloes Coenen en Germaine de Randamie naar atleten als Denise Kielholtz en Isis Verbeek. Zoektermen als vrouwelijke mma vechters holland schieten omhoog, en dat is terecht. Hier staat wat nu echt telt, zonder ruis.

Geschiedenis van vrouwelijke MMA-vechters in Nederland

Als je terugkijkt naar de beginjaren, was vrouwen-MMA in Nederland nog iets voor een handvol diehards. In kleine zalen in Holland, tussen kickboksgala’s en lokale grappling-toernooien, kwamen de eerste mixfight-partijen op de kaart. Het lijkt me dat de scepsis in de gyms groter was dan de faciliteiten, maar de ambitie was er. En dan heb ik het over de jaren dat je nog VHS-fragmenten uit Japan of de VS moest opsnorren om te zien hoe anderen het deden. Voor zover ik weet is daar de mentaliteit ontstaan: niet zeuren, trainen, reizen, leren.

Marloes Coenen was de eerste die echt doorbrak en de buitenwereld liet zien dat Nederlandse vechtsters complete MMA konden draaien. Strikeforce-kampioene, met een mix van solide stand-up, scherp grondwerk en – belangrijker nog – een professioneel profiel toen vrouwen-MMA nog niet mainstream was. Bij Golden Glory werd periodisering geen modewoord maar een gewoonte: weken met duidelijke doelen, herstel inplannen, sparren met richting. Eerlijk gezegd was dat in die tijd in ons land vrij vooruitstrevend. Coenen vocht in de VS, ze vocht in Japan; ze bracht die ervaringen terug naar de mat in Nederland en trok zo de lat omhoog voor iedereen die na haar kwam.

Germaine de Randamie bewees op haar beurt dat je met wereldklasse kickboksen én doordachte defensieve worstelkeuzes de top van MMA kunt halen. Inaugureel UFC-vedergewichtkampioene, dat is wel cool, maar het echte verschil zat in hoe ze takedowns ging ontmantelen: timing, underhooks, framedruk tegen de kooi, gecontroleerd wegstappen. Het punt is: ze hield haar A-wapen – het Nederlandse stoot-kickritme – intact, terwijl ze de gaten dichtte die je in MMA nu eenmaal moet dichten. Wie herinnert zich niet dat moment waarop tegenstanders dachten “ik schakel over op worstelen” en vervolgens vastliepen tegen haar verbeterde takedown-defence? Dat was exemplarisch voor waar de sport hierheen ging.

Wat Deze Pioniers Structureel Veranderden

  • Professionalisering van kampvoorbereiding in Nederland, met focus op periodisering en gameplanning.
  • Integratie van Nederlands kickboksen in MMA zonder de worstelbasis te negeren.
  • Internationale oriëntatie op matchups en management, niet alleen op lokale shows.

Volgens vechtanalisten lag de sleutel bij consistentie en de bereidheid om buiten de landsgrenzen te leren. Als ik het me goed herinner werd in die periode zelfs het kiezen van trainingskampen “projectmatig”: niet alleen rondjes draaien, maar blokken met thema’s, tape bekijken, scenario’s testen. Je ziet de nalatenschap in Amsterdam, Rotterdam en daarbuiten: meer sparringsdiepte, meer coaches die denken in situaties in plaats van losse technieken. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat dit de reden is waarom Nederlandse vechters nu sneller landen bij internationale promoties. Echt waar, die jaren van pionieren hebben de standaard gezet.

Simpel gezegd: zij maakten het pad begaanbaar voor de huidige lichting.

Vanuit die basis is het logisch dat de nieuwe generatie verder bouwt. Waar Coenen en De Randamie de blauwdruk gaven – professioneel plannen, strike-wrestle koppelen, internationaal kijken – pakt de huidige lichting het door met nog fijnmazigere details en een breder team om zich heen. In Amsterdam en Rotterdam wordt niet meer getwijfeld of je “genoeg” aan stand-up hebt; de vraag is hoe je het koppelt, hoe je rondes steelt, hoe je risico managet. Maar neem het van mij niet aan: kijk naar hoe vechtsters nu én hun partijen plannen én hun week indelen. Dat verhaal loopt naadloos door in waar ze vandaag aan werken, maar dat is weer een ander verhaal.

Professionele vrouwelijke MMA-vechters training

De nieuwe generatie kijkt verder dan één stijl. Denise Kielholtz brengt Bellator-ervaring en topsnelheid in de pocket, terwijl Isis Verbeek laat zien hoe je kickboksen omzet naar MMA-tempo met clinch- en grondbewustzijn. Ervaren coaches merken op dat de doorslag nu zit in het koppelen van wall-walks, underhooks en gecontroleerde exits aan het bekende Nederlandse stoot-kickritme. Het punt is: die details worden geoefend in microblokken, niet meer alleen in lange sparsessies. Eerlijk gezegd zie je daardoor minder chaos als het tegen de kooi knelt en meer rust in keuzes, van head position tot het moment van loskomen.

Als ik het me goed herinner begon dit te kantelen toen teams bewust rondes inrichtten met scenario’s: starten met je rug aan de kooi, of met een half-undersituatie en dan 30 seconden om te scoren en te ontsnappen. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat veel vrouwen ook meer “shark tank”-werk doen, zoiets als steeds frisse partners in de kooi om het tempo te forceren.

Vrouwelijke MMA-vechters Holland training Amsterdam

Amsterdam en Rotterdam bieden sparringsdiepte voor stand-up en steeds vaker gestructureerde worstel- en jiujitsu-blokken. Denk aan duidelijke weken met focus op takedown-entries, cage-wrestling en grondwerk in combinatie met S&C voor herstel en herhaalde explosies. Over het algemeen is de stap naar internationale stages logischer geworden door betere trainingspartners en planning.

  • Voordeel: hoogwaardige striking-cultuur met slimme verdediging tegen takedowns.
  • Werkpunt: matcontrole en transitional grappling in hoog tempo.
  • Must-have: fight IQ met scenario’s voor ronde-einden en scorekaartmanagement.

Zoals we hebben gezien draait het niet meer om alleen stijlbeheersing; het gaat om de som van details.

Concreet? Maandag takedown-ingangen vanuit jab-naar-low-kick en switch-kick, woensdag cage pummeling met underhook naar hoofdpas en pivot uit de kooi, vrijdag grondrondes waarin je ofwel passt ofwel schade toedient en dan bewust reset naar stand. In ons geval trainen veel vrouwelijke MMA-vechters Holland ook het “opstaan onder druk” als aparte skill: eerst heupcontrole voelen, dan knie onder je zwaartepunt, dan pas de hand off the mat. Zo simpel is het.

Conditioneel zie je blokken die gericht zijn op korte, herhaalbare explosies. Niet alleen sprints, maar combinaties van clinch-trekken, wall-walks en direct stoten of een exit-knee. Voor zover ik weet werken sommige teams met tijdcaps – bijvoorbeeld 10 seconden om te staan vanaf halve guard – zodat het beslissingsritme automatisch scherper wordt. Dat sluit ook aan bij het moderne scorekaartmanagement: weten wanneer je moet scoren om de ronde te pakken zonder onnodig risico op een late takedown.

“We willen dat ze in de laatste 40 seconden niet twijfelt: of je scoort damage en reset naar middenkooi, of je pakt control time zonder vast te roesten,” zei een Amsterdamse coach laatst, maar neem het van mij niet aan.

Wat me opvalt is hoe bewust er nu aan transitional grappling wordt gewerkt. Eerst de underhook, dan meteen de wrist ride breken, kleine stap naar buiten, en pas stoten als de heupen vrij zijn. Vroeger bleef men soms te lang worstelen aan de kooi; nu is de opdracht vaak: één kettingactie en dan weg. Dat scheelt energie en het houdt het Nederlandse ritme van trap-stoot-trap intact, zelfs in krappe ruimtes.

En ja, planning maakt een wereld van verschil. Kampen worden periodiseerd met rustblokken, technische diepteweken en sparweken waarin de rondes exact het wedstrijdtempo spiegelen. Vrouwelijke vechters plannen ook meer internationale sparringskampen, maar dat is weer een ander verhaal. Wat hier telt, is dat de basis in Amsterdam/Rotterdam sterk genoeg is om het gat met worstelzware landen te dichten: betere partners, betere details, betere keuzes.

Die keuzes – van heupcontrole aan de kooi tot het terugwinnen van de middenkooi – bepalen straks hoe ze het doen tegen de internationale concurrentie. Nou, dat zullen we snel genoeg zien.

Vrouwelijke MMA-vechters Holland vs internationale concurrentie

Nederlandse vechtsters vallen op door afstandscontrole, variatie in kicks en heel strakke counters. Ze jagen geen wilde scrambles na; ze voorkomen ze. Je ziet veel jabs die het tempo dicteren, low kicks die de stand breken en direct weer balans na een check of miss. Frames tegen de kooi, kleine L-steps terug naar het midden en wisselen tussen orthodox en southpaw om de entry van een shot te laten mislopen. Tegen atletes uit de VS en Brazilië – waar worstelen en scrambling de motor vormen – draait de sleutel hier om opstaan onder druk, heupcontrole tegen de kooi en vooral het snel terugwinnen van de middenkooi.

Eerlijk gezegd zie je het verschil het duidelijkst in de keuzes tussen exchanges. Niet blijven hangen in clinch-worstelen als de head position slecht is, maar loskomen en meteen scoren op de break.

Kenmerken Die Vaak Het Verschil Maken

  • Jab-naar-low-kick en switch-kick als enter én exit zonder het takedown-risico onnodig te verhogen.
  • Underhook direct naar hoofdpas en pivot uit de kooi, in plaats van blijven worstelen.
  • Toppositie niet forceren als de pass er niet is; eerst schade en dan resetten naar stand.

Sportwetenschappers die ik sprak hameren op herhaalbare micro-situaties. Stand-ups binnen 10 seconden na een neerhaalpoging. Verdediging al bij de eerste grip, niet pas als je zit. En scoren terwijl je loskomt. Voor zover ik weet meten sommige teams zelfs ‘time-to-stand’ en ‘escapes per ronde’ naast het aantal treffers on the break. Dat is geen theorie; dat is de realiteit op dit niveau.

Concreet voorbeeld: je tikt met de jab, inside low kick, de tegenstander level-changed. Je sprawl is compact, knieën onder je, dan meteen heup draaien naar de kooi-onderhook, hoofd onder de kin, micro-pivot, en je staat weer midden. Dan opnieuw een switch-kick-feint naar rechterhoek, cross op de retreat. Het punt is: je wint het moment waar de ander wil worstelen door eerst heupcontrole te claimen en daarna de ruimte. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat dit precies is waar Nederlandse vechtsters het verschil maken tegen die Amerikaanse chain-wrestle stijl. Minder chaos, meer regie, en toch genoeg venijn om de ronde te pakken.

Technisch zie je veel ‘safe entries’: teeps naar het lichaam om de heupen achter te houden, calf kicks die niet te lang blijven hangen, en een cross-check klaar op de return. Als ik het me goed herinner was er een partij waarin een Nederlandse atlete drie keer op rij uit de kooi pivoteerde met dezelfde underhook-naar-hoofdpas, en elke keer een korte rechter op de break scoorde. Dat is wel cool, maar vooral functioneel: judges zien initiatief en controle. En ja, soms is het slimmer om de guard niet te openen voor een riskante pass; een paar harde elbows, posture breken, en zodra de ruimte er is terug naar stand. Zo simpel is het.

Scrambles ontlopen betekent niet dat je minder allround bent. Het lijkt me eerder dat de Nederlandse aanpak de risico-rendement-balans beter stuurt: eerst de kooi uit, dan het midden terug, dán de combinatie. Ik weet niet hoe jij erover denkt, maar die volgorde wint vaak de small moments waar rondes op draaien, echt waar. De fine-tuning – wanneer pivot, wanneer backstep, wanneer hip switch – komt uit honderden herhalingen in specifieke drils, maar dat is weer een ander verhaal. Straks gaat het ook over waar je dat effectief traint en hoe je instroomt in teams die dit consequent coachen.

Vrouwelijke MMA-vechters Holland sportscholen Nederland

Je merkt het meteen als je een paar sportscholen inloopt: de infrastructuur groeit echt waar. Lokale shows en een serieuzer amateurcircuit voeden het geheel, van interclubs tot wedstrijden met keurige jury en medische checks. In Nederland zie je meer opleidingsgerichte gyms die werken met techniekblokken voor stand, worstelen en grond, in plaats van losse “wat-hebben-we-vandaag”-lessen. Ervaren coaches hameren op planning zonder overbelasting: twee technische blokken en één spar-dag per week is vaak verstandiger dan full-contact iedere avond. Het punt is: kwaliteit boven volume, zeker als je nog bouwt aan basispatronen en duurzaamheid.

Hoe Vrouwelijke MMA-vechters Holland kiezen voor beginners

Als je start, kies een gym met duidelijke structuur. Denk aan een zichtbaar jaarplan, blokken per thema (bijvoorbeeld kooi-worstelen in maand 1-2), en coaches die je progressie registreren via spar-metrics of videofeedback. Vrouwelijke sparpartners zijn geen luxe maar noodzakelijk voor juiste timing en maat. Vraag expliciet naar positie-gebaseerde sparvormen (half guard starts, fence starts, back-control escapes) en hoe de instroom naar het wedstrijdteam veilig gebeurt. Als ik het me goed herinner, hadden de betere teams zoiets als begeleide instroomrondes en een testfase van 6-8 weken.

Eén vraag blijft cruciaal: is er een realistisch pad van recreant naar amateur en vervolgens pro, inclusief matchmaking, gewichtsclasseselectie en begeleiding rond medische keuringen? Voor zover ik weet bieden steeds meer Nederlandse gyms een vaste teamavond met fight IQ-sessies, tape study en scenario-sparren. Dat is wel cool, omdat vrouwelijke MMA-vechters Holland daardoor niet alleen fysiek, maar ook mentaal voorbereid de kooi ingaan. Een kleine tip: check of er iemand in de staf ervaring heeft met vrouwenrankings en internationale regels; scheelt echt in keuzes rond camps en tegenstanders.

Vrouwelijke MMA-vechters Holland leren zonder ervaring

Instromen kan prima zonder vechtsportachtergrond. Begin met fundamentele movement (stap- en pivotpatronen), valbreken en basisgrip op pols, nek en heup. Sla krachttraining niet over, maar houd het simpel: heupscharnier (deadlift-varianten), pull (roei- en pull-upvarianten) en rotatie (landmine of medicine ball). Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat binnen zes maanden de standaard moet zijn: takedown-verdediging aan de kooi met underhook en hoofdpositie, guardherstel naar half of butterfly, en een scorende jab die je in balans laat bij counterdreiging. Maak micro-doelen per maand: bijvoorbeeld 3x per week 10 minuten fence pummeling of 50 repetities technical stand-up. Klinkt saai, werkt fantastisch.

Cultureel beweegt het ook de goede kant op. Meer gyms plannen women-only sparrondes voor ritme en vertrouwen, en passen hand- en voetbescherming aan op maat. In ons geval zag je dat voeding en cutten bij vrouwen soms net andere accenten heeft—consult met een sportdiëtist scheelt blessures en dipjes, maar dat is weer een ander verhaal. Eerlijk gezegd herken je de toekomstteams aan hoe ze herstel inbouwen: slaap, monitoring van RPE, en rustweken na een amateurmatch.

  • Check op proeftrainingen en padwerk met correctie.
  • Zoek sparregels die veiligheid en leerrendement bewaken.
  • Plan wedstrijdvoorbereiding met duidelijke weekschema’s.

Praktisch gezien helpt het om al vroeg te vragen naar wedstrijdbegeleiding: wie corneren je, wie doet de medische papierwinkel, en wie regelt de matchmaking? Vrouwelijke MMA-vechters Holland die dit strak hebben, stromen sneller door zonder onnodige omwegen. En ja, soms is een stap terug — eerst nog twee amateurpartijen voordat je pro gaat — slimmer voor je ontwikkeling. Maar neem het van mij niet aan: kijk naar teams die consistent afleveren, matchtactiek uitleggen en je na elke partij een helder verbeterplan meegeven. Zo simpel is het.

Beste vrouwelijke MMA-vechters Nederland 2025

2025 wordt, als ik het me goed herinner van de laatste Europese cards, het jaar van precisie en slim plannen. De doorbraakmomenten liggen niet per se in titelgevechten, maar in korte-notice kansen op main cards en co-mains die je naam in de database van matchmakers zetten. Platforms als LFL MMA blijven cruciaal voor ritme en zichtbaarheid, terwijl organisaties in Europa — denk aan PFL Europe, Cage Warriors, OKTAGON of KSW — de echte springplank vormen. Eerlijk gezegd voel je dat het momentum er al is: Nederlandse vechters combineren het vertrouwde kickboksen met volwassen cage-wrestling en dat weegt in close fights zwaar.

Het punt is: de stijlmatchups veranderen. Waar pure stand-up ooit genoeg was om door te breken, draait het nu om de kleine edges langs het hek. Head position, underhooks, en voetpummelen bepalen of je de draai wegneemt, en of je van controle naar schade gaat. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat de juryleden in een paar Europese landen iets meer waarde hechten aan controle plus duidelijke schade dan aan losse volumejabs. Dus het plan: jab–lowkick–level change, of bodytease naar een knee tap, en op de grond rustig naar half guard voor harde elbows. Klinkt basic, maar het zijn vaak die simpele ketens die een ronde stelen.

Waar kansen liggen in de komende 12 maanden

  • Matchups tegen worstel-forward tegenstanders voorbereiden met camp-specifieke scrambles.
  • Finishing-ratio verhogen via body-naar-head-reads en ground-and-pound uit half guard.
  • Scoren bij juryleden met duidelijke momenten aan het einde van ronden.

Concreet? Camp-specifieke scrambles betekent wekenlang repeteren op precies de sequenties die je tegenstander afdwingt: van single-leg aan de kooi naar whizzer kickout; van inside trip naar knee-cut pass; van mat return meteen naar wrist ride. Voor zover ik weet is dat het verschil tussen overleven en omdraaien naar eigen offense. En dat is wel cool, want je ziet het effect meteen op tape: minder tijd met je rug tegen het hek, meer tijd in posities waar je eigen wapens tellen.

Over die finishing-ratio: body-naar-head-reads werken vooral goed na mid-cage scrambles. Eerst de lever met de rechter naar het lichaam aantikken, daarna over de top met de linkerhoek of zelfs een korte shovel hook als de elleboog inzakt. Kom je op de grond? Half guard is je kantoor. Crossface, onderarm in de kaak, heupen vastzetten en dan bouwen naar harde, zichtbare ground-and-pound. Je hoeft niet altijd naar mount; houd de hoge half guard en laat de klok werken mét schade. Zo pak je de scheids en de jury in één moeite mee.

Ronde-eindes maken of breken de scorekaart. Een laatste takedown met 20 seconden op de klok, of drie harde strikes die de kop laten knikken: dat blijft hangen. Vraag je coach om een duidelijke 10-seconden-call met een afgesproken trigger — bijvoorbeeld “ketting” — zodat je direct naar je high-percentage actie schakelt. Klinkt klein, maar vraag elke jurylid-instructeur: momentum aan het einde weegt vaak zwaarder dan we denken.

Reken verder op logistiek: drie gevechten in twaalf maanden betekent strak blessuremanagement, realistische cuts naar 115 of 125, en slim reizen (Parijs, Dublin, Hamburg, zoiets). De weg is niet lineair; blessuremanagement en matchmaking bepalen het tempo. Wie consistent levert, krijgt de call. De feiten spreken voor zich. En wie pakt die eerste signature win op een internationale card? Ik gok dat het iemand wordt die al vroeg in de week aanpast — gameplan bijstellen na de open workout — maar neem het van mij niet aan, kijk de fight week-interviews terug en je ziet het ook.

Tot slot, kleine nerd-notitie: investeer in fight IQ naast de rondes. Tape study op southpaw orthodoxe ingangen, clinch breaks met frame naar exit-kick, en die ene inside lowkick die het level change-venster opent. Als die puzzelstukjes vallen, heb je in 2025 niet alleen kansen, je dicteert ze, echt waar. Maar dat is weer een ander verhaal.

Het is belangrijk om te weten dat de fundamenten er nu liggen. Met pioniers als voorbeeld en een professionelere trainingscultuur groeit de groep die internationaal kan meedraaien. Voor fans betekent dit meer Nederlandse momenten op grote podia. Voor vechters is het simpel gezegd een kwestie van slim bouwen, leren en stap voor stap leveren.

Jeroen van der Meer

Jeroen van der Meer is een Nederlandse MMA-journalist van 35, gespecialiseerd in tactische analyses en de Benelux-scene. Met een achtergrond in sportwetenschap en veel mat-uren in Muay Thai en BJJ vertaalt hij trainingspraktijk naar heldere, controleerbare stukken. Hij heeft events van Cage Warriors tot de UFC gecoverd en benadert elk onderwerp met discipline en respect voor het vak.

Meer lezen

Post navigation