Wat is een submission in MMA uitgelegd en de verborgen waarheid erachter

Submission in MMA is meer dan aftikken. Ontdek wat het écht is, hoe het werkt, welke fouten beginners maken en welke strategieën professionals gebruiken. Heldere uitleg met voorbeelden, veiligheidstips en praktische trainingstactieken.

Veel MMA fans beseffen niet hoe breed submission gaat. Het is niet alleen iemand laten aftikken, maar een compleet spel van controle, timing en veiligheid. In deze uitleg krijg je de kern, zonder poespas. Van chokes tot locks, van regels tot strategie. Zo snap je wat je ziet, en waarom het werkt.

Wat betekent submission in MMA voor beginners

Een submission is simpel gezegd het afdwingen van opgave via een choke of joint lock. Een vechter geeft op door te tikken op de mat of tegenstander, verbaal te tapen (roepen) of de scheidsrechter grijpt in bij een technische submission wanneer iemand bewusteloos raakt of een arm of knie in een gevaarlijke hoek schiet. Chokes beperken bloedstroom of lucht; locks zetten een gewricht onder gecontroleerde druk. In MMA komt daar nog iets bij: stoten, elbows en de kooiwand zorgen dat timing en positie zwaarder wegen dan in puur grappling. Eerlijk gezegd is dat precies wat submissions in MMA zo interessant maakt.

Wanneer is het dan echt “klaar”? Als ik het me goed herinner zijn er drie duidelijke momenten: zichtbaar tikken, hoorbaar opgeven, of geen verdediging meer tonen. Dat laatste zie je bijvoorbeeld als een vechter slap wordt in een rear-naked choke of zijn arm niet meer actief kan beschermen. Het punt is: veiligheid gaat vóór trots. Een snelle tap spaart carrières.

Submission Posities Uitgelegd

De meest gebruikte posities zijn guard, half guard, side control, mount en back control. Vanuit back control komt vaak de rear-naked choke omdat je daar heup en schouders van de tegenstander goed kunt isoleren. Vanuit guard zie je veel armbars en triangles; de armen reiken immers naar voren om te slaan of posture te breken, en dát creëert openingen. In mount dwing je keuzes af met ground-and-pound, en wanneer iemand zijn armen hoog brengt, volgt een armbar of americana. In side control werkt een kimura-ketting sterk omdat je de schouderlijn als hefboom hebt. Voor zover ik weet verdubbelt controle vóór poging de afrondingskans, en dat klinkt logisch: eerst vastleggen, dan afmaken, niet andersom.

De kooiwand speelt ook een rol. Tegen de fence kun je iemands heupen “pinnen” om de ontsnapping te vertragen, of juist de rug pakken wanneer hij probeert op te staan. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat veel beginnende vechters onderschatten hoe belangrijk hoofdpositie is: je schedel onder zijn kaaklijn en je wint centimeters druk zonder extra kracht. Klinkt klein, voelt groot.

  • Chokes: rear-naked choke, guillotine, triangle
  • Locks: armbar, kimura, americana, heel hook
  • Triggers: balansbreuk, handcontrole, hoofd-positie

Een korte noot bij die triggers: balansbreuk kan zoiets eenvoudigs zijn als een voet haakje zetten om een stap te stoppen; handcontrole betekent één pols vastpinnen zodat de ander “naakt” blijft; en met hoofd-positie duw je de kinlijn weg om de nek te openen. Klinkt bijna klinisch, maar in het gevecht voelt het als millimeterwerk. Dat is wel cool.

Submission Regels En Veiligheid In MMA

Tik vroeg en duidelijk. De scheids let op taps, kreten en slapte in het lichaam. Blood chokes (druk op de halsslagaders) werken snel en zijn relatief veilig als je meteen loslaat zodra de tap komt; iemand kan binnen seconden weer helder zijn. Joint locks vragen meer beheersing, want de marge tussen “druk” en “schade” is klein. Afronden met controle is cruciaal: niet rukken, maar de hoek stapelen en doseren. Coaches hameren daar constant op.

In MMA kun je een submission ook voorbereiden met stoten: een paar harde shots in mount dwingen de armen te strekken; bij een takedown die half mislukt, valt de nek vrij voor een guillotine. Verdediging is net zo technisch: tijdig posture breken in guard, de schouderlijn vrijmaken tegen een kimura, of met kleine stapjes je heupen draaien naar de kooi om ruimte te creëren. Maar neem het van mij niet aan—kijk naar gevechten waar iemand kalm blijft onder druk en tóch ontsnapt. Dat is vaak geen kracht, maar kennis. De mechaniek zelf volgt straks, maar dat is weer een ander verhaal.

Beste Submissions MMA Nederland

Eerlijk gezegd is er niks mystieks aan een goede submission. Het is hefboom en wig, plus timing die past bij stoten, de kooi en die vervelende handschoenen. In Nederlandse gyms zie je daarom een duidelijke topdrie die consistent scoort: rear-naked choke, armbar en guillotine. Niet omdat de rest niet werkt, maar omdat deze drie blijven staan als je ze onder druk moet uitvoeren.

In Nederlandse gyms zie je vooral rear-naked choke, armbar en guillotine als hoogst percentage-afmakers. Niet omdat exotische technieken niet werken, maar omdat deze drie het beste passen bij MMA met stoten, kooiwand en handschoenen. Over het algemeen winnen eenvoudige, herhaalbare ketens.

  • RNC: back takes via kooiwand, seatbelt, valstrik op kin
  • Armbar: van mount of guard, heuphoek en duimrichting zijn beslissend
  • Guillotine: als tegenzet op slordige takedown, polspositie bepaalt afsluiting

Die RNC in MMA begint vaak met de kooi. Je plakt iemand vast, haalt de seatbelt en “trekt” niet, maar stapelt controle: haken, heupdruk, hoofd naast hoofd. Kin naar beneden? Prima. Een valstrik op de kin is nog steeds een nekwring: je onderarm als meskant, pols gebogen, schouders naar elkaar. Handschoenen vragen om compacte grepen: short choke met palm-op-achterhoofd werkt vaak beter dan eindeloos zoeken naar de perfecte achter-de-biceps grip. Het punt is: eerst de rug houden, dan pas knijpen; elke micro-escape straf je af met kleine herpositioneringen.

De armbar is puur mechanica. Vanuit mount of guard werk je naar een hoek waar je heupen de ellebooglijn breken. Voor zover ik weet is duimrichting de kompasnaald: duim wijst naar het plafond of richting je borst, dan is de hefboom optimaal. Knieën dicht, hielen zwaar, heupen door — niet hoog in de lucht, maar door het gewricht. In MMA kun je doorstoten voorkomen door de arm dicht op je borst te lijmen en het hoofd te controleren; een kleine crossface voorkomt stack. Word je toch gestackt, draai door naar belly-down armbar of schakel naar triangle/omoplata. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat veel mislukte armbars komen door te vroeg trekken in plaats van de heuphoek eerst af te dichten.

De guillotine is de straf op een slordige takedown. Handen met een degelijke chin strap, polsbot onder de keel, en dan niet leunen maar je ribbenkast “sluiten”: borst naar binnen, elleboog hoog of juist arm-in voor controlerespons. De afmaking zit in de polspositie en de verbinding: schouder aan het oor, heupen naar achteren, knieën naar de mat als het moet. In gloves werkt een high-elbow vaak beter omdat je minder last hebt van de padding. Mis je ‘m? Dwing dan door naar mount of een anaconda/D’Arce keten, maar dat is weer een ander verhaal.

Wat dit trio verbindt is dat ze stand-up dreiging overleven. Je kunt iemand onder je houden, je hoofd beschermen tegen elbows en toch progressief verstikken of de arm scheiden van de rest van het skelet, zoiets als. Kleine principes helpen: hoofd boven hoofd, heup boven heup, druk stapelen in plaats van rukken. En ja, dat is wel cool als het lukt met minimale kracht.

Submission Vs Knock-out in MMA

Een KO is spectaculair, maar submissions eindigen gevechten met minder schade en vaker vanuit achterstand. Statistisch wisselt het per evenement en gewichtsklasse, maar experts waarderen submissions omdat ze controle en besluitvorming tonen. De kooi beloont wie risico’s doseert en kansen afdwingt.

Wat je hier niet ziet op highlights, is het geduld. Eerst de rug, dan de choke. Eerst heuphoek, dan de arm. Eerst sprawl en pols, dan de guillotine. Submissions vertellen een verhaal van keuzes, echt waar. In de volgende sectie duiken we in ontsnappen zonder paniek; bescherm je nek, breek lijnen, herstel heuphoek — dat maakt het verschil tussen overleven en aftikken.

Hoe submission verdedigen voor beginners

Verdedigen begint niet bij een last-second redding, maar bij positie eerst. Kin laag, ellebogen dicht, heupen onder je. Je handen vechten vóór je nek, niet erna. Dat betekent: twee-op-één polscontrole, duimen naar buiten, en direct de frames plaatsen die je hoofd en schouders ruimte geven. Eerlijk gezegd is dat minder spectaculair dan een highlight-reel escape, maar het redt je carrière.

Frames zijn jouw airbags: onderarm tegen sleutelbeen, hand bij de heup, voorhoofd in de kaaklijn. En dan de safe side kiezen. Bij een guillotine wil je naar de kant waar je hoofd kan vallen en je schouder hoog is (weg van de sluitende onderarm), bij een rear-naked choke draai je naar de kant van de verstikkende arm om de schouderdruk te breken. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat bijna elk topteam hetzelfde benoemt: eerst hoofdpositie winnen, daarna pas de rest.

Voor locks is de reflex vaak trekken. Fout. Het gaat om lijn breken en je heuphoek herstellen. Armbar? Duim draaien richting de knieën van de tegenstander, heupen naar voren, stapelen en je hoofd over zijn knieën brengen. Kimura-dreiging? Rug recht, elleboog tegen je ribben plakken en je heup verplaatsen tot de hoek verdwijnt. Beenaanvallen in MMA vragen nog iets extra’s: knielijn vrijmaken door je knie voorbij zijn heupen te krijgen, hielen verbergen en eventueel short shots om ruimte te forceren, voor zover ik weet is dat wat coaches het meest herhalen.

  • Bescherm je nek bij elke scramble
  • Tap als je niet weet waar je bent
  • Leer twee primaire ontsnappingen per positie

Waar begin je als het misgaat? Maak één beslissende keuze en commit. Bijvoorbeeld: tegen een RNC eerst handfighting (tophand isoleren), daarna schouder ophalen en over de choking-ellboog rollen. Tegen een head-and-arm choke: frame met je onderarm tegen zijn heup, knieën onder je brengen, richting je eigen armpit kijken. Het punt is: je ontsnapping werkt alleen als je niet tussen twee plannen in blijft hangen.

Paniek is de echte tegenstander. Eén goede ademhaling kan gek genoeg de druk op je nek al verlagen. Lang uitademen via de mond, korte in via de neus, en tijdens die uitademing verplaats je heupen of trek je een frame terug. Klinkt simpel? Als ik het me goed herinner is dit precies waar beginners doorheen breken na een paar weken consistent trainen.

Submission oefenen zonder partner tips

Techniek solo kan, en is dat is wel cool als je weinig maturen hebt. Werk aan hip escapes (schrimp), bridges met heupwissel, en granby-rollen voor schoudermobiliteit. Met een weerstandsband kun je handcontrole simuleren: twee-op-één pummelen, pols wegtrekken, kin verbergen en naar je schouder “telemark”-beweging maken. Visualiseer ketens: guardretour → frame → underhook → opstaan. Herhaal dit rustig, met nadruk op timing en hoofdpositie.

Hou het kort. Blokken van 10–15 minuten, dagelijks. Stel een timer in: 45 seconden werk, 15 seconden reset, vijf rondes per drill. Variatie per dag: maandag ontsnapping mount, dinsdag guillotine-defense, woensdag back escapes. Je bouwt spiergeheugen zonder slijtage en je leert je eigen ritme, maar neem het van mij niet aan, test wat voor jou werkt.

En vergeet niet de context van MMA: kooiwand is je vriend. Leer je rug tegen de wand te krijgen om stand-ups te forceren terwijl je de nek blijft beveiligen. Handfighting met handschoenen is anders dan in grappling; vingers mogen niet in de handschoen, dus kies voor pols- en knokkelcontrole in plaats van grijpen. Deze fundamenten kopen je tijd. Straks komt de fase waarin je dreiging stapelt en terugbijt met eigen submissions, maar dat is weer een ander verhaal.

Professionele submission strategieën

We gaan van verdedigen naar aanvallen. Eerlijk gezegd, goede submissions in MMA ontstaan zelden uit het niets. Topvechters werken met lagen: eerst schade of een duidelijke dreiging, dan controle, dán pas de submission. Het punt is: je dwingt keuzes af. Vanuit back control zie je vaak body-body-head stoten om de kin te openen; die mini-tik op de slaap maakt iemand net onrustig genoeg voor de choke. Vanuit half guard hakken met korte elbows is niet alleen voor punten; het is om een arm te isoleren en de schouderlijn te breken, zodat een arm triangle of kimura in zicht komt. En als ik het me goed herinner, zei een coach ooit: zonder handgevecht geen choke.

Pro’s winnen veel in de details: handfighting, hoofdpositie en kooiwandgebruik. Head position onder de kin maakt iemand lang; tegen de kooi zet je de heupen vast, je vrije hand jaagt naar een two-on-one op de pols. Waarom werkt een guillotine soms wél en soms totaal niet? Vaak beslist één ding: sluit je de schouders over de neklijn, of trek je alleen maar aan een hoofd. Cage-wrestling helpt hier: druk met je schouder, stap de heupen naar binnen, klem de ribben — dan pas je logt de nek in. Voor zover ik weet is dat bij vrijwel elke choke waar: nekcontrole is niets zonder schouderlijn-sluiting.

  • Ketens: guillotine → mount → arm triangle. De guillotine is de dreiging, de mount geeft stabiliteit, de arm triangle is de afwerking terwijl de tegenstander zijn nek probeert te bevrijden.
  • Valstrikken: bewust half guard “weggeven” om de bovenlijn te vangen. Je lijkt ruimte te geven, maar je plant frames en grips om over te stappen naar een kimura-val of overhook guillotine.
  • Tijdmanagement: vroeg in de ronde meer controle, minder risico; later kun je een agressievere inzending wagen (denk aan legs) omdat een misser minder rondetijd kost.

Die ketengedachte is, ik denk dat het was, ooit groot gemaakt in grappling, maar in MMA moet je rekening houden met stoten. Dus bouw je entries rond level changes en clinch-wissels: jab naar single-leg look, direct naar front headlock. Krijg je een reactie (hand naar beneden, verkeerde hoofdpositie), dan klik je door naar je eerste schakel. Cross-wrist control vanuit back control is goud, echt waar: met een pols gevloerd is de andere hand vrij om de kraaglijn te openen. Let ook op duimlijn en ellebooglijn bij armbars: houd de duim omhoog en de heupen dicht, verplaats je heuphoek in plaats van wild te trekken. Tegen de kooi is mount soms riskant door wall-walks; dan is kruzifix of top half met hoofd-lage kant slimmer. Maar dat is weer een ander verhaal.

Kies je voor mount of ga je direct voor de choke? Dat hangt af van klok, score en energie. Slimme vechters “scannen” eerst: hoe ademt hij, waar is de kin, wat doet de heup. Kleine informatie, grote beslissingen.

Submission Fouten Die Je Moet Vermijden

De valkuilen zijn bekend maar blijven gebeuren. Haast zonder haken vanuit de rug: je eindigt plat, verliest controle en eet elbows. Bij armbars de armen volledig strekken terwijl je heupen openstaan: nul hefboom, honderd procent ontsnappingskans. Aan de nek trekken zonder de schouderlijn te sluiten is zonde van je onderarmen. En jagen op benen zonder heupcontrole levert scrambles op die je positie kosten. Volg de volgorde positie, controle, isolatie, afsluiting en bouw druk geleidelijk op: eerst pinnen, dan het gevaar afsluiten, pas daarna squeeze. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat het Nederlandse kooiwrestelen hier straks in de geschiedenis-sectie mooi op aansluit: eerst de muur, dan de grip, dan de choke. Neem het van mij niet aan; kijk terug naar partijen waar de afmaker drie stappen eerder al begon. Dat is wel cool om met nieuwe ogen te zien.

Geschiedenis van submissions in MMA

Als je terugkijkt, kwamen submissions het moderne MMA binnen via catch-wrestling, judo en Brazilian jiu-jitsu. In de vroege UFC-jaren waren chokes en armlocks een soort cheat-code; strikers wisten simpelweg niet wat er gebeurde. In Japan had je Pancrase en Shooto waar greco-worstelen en jiu-jitsu door elkaar liepen, en in Brazilië het vale tudo. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat die mix van culturen de bocht naar het hedendaagse MMA heeft versneld.

Wat is een submission in MMA, heel concreet? Een gedwongen opgave via een choke (lucht of bloed) of joint lock (arm, schouder, knie, enkel). Bij een bloed-choke wordt de toevoer langs de halsslagaders afgeklemd; twee, drie seconden strakke druk en je voelt het wereldje nauwer worden. Een armbar of kimura draait juist het gewricht voorbij de veilige range. Tap je niet, dan stopt de scheids bij een technische sub om schade te voorkomen. Eerlijk gezegd vind ik dat in MMA vaak meerzeggend dan een KO, maar dat is weer een ander verhaal.

Vanaf ongeveer het midden van de jaren 2000 werd het allemaal minder trucjes en meer fundamentals onder druk. Worstelaars namen top- en kooicontrole over, BJJ leverde de afwerkingen, en kickboksen forceerde openingen. Het punt is: de beste submissions voelen vandaag de dag niet als een losse move, maar als de logische uitkomst van dominantie. Waarom werkt een bloed-choke zo snel? Omdat de weg ernaartoe al gecontroleerd is: balans gebroken, heup-lijn gewonnen, en de schouders van de tegenstander “ingeklemd” in jouw kader.

Als ik het me goed herinner zag je in Europa, en zeker hier, aanvankelijk veel strikers die MMA inrolden. Nederland is kickboksen-land. Maar diezelfde atleten leerden snel dat je zonder no-gi basis geen complete vechter bent. Sinds kort zie je hybride systemen echt landen: worstelen voor control, BJJ voor afwerking, en het staande werk om iemand in fouten te duwen. Dat is wel cool, omdat onze drukkende stijl aan de kooi prima past bij neckties zoals guillotine en D’Arce.

Submission Training Bij Nederlandse Gyms

Nederlandse teams combineren meestal worstelen aan de kooi met no-gi basics op de mat. Positional rounds zijn standaard: starten in back control, verzet opbouwen, ontsnappen of afmaken. Klinkt simpel, maar de details zijn alles. Goede coaches letten op heuphoek, hoofdpositie en handvolgorde, zodat een choke niet “getrokken” maar echt “gebouwd” wordt. Veel sessies mengen korte striking-inserties in de clinch om de realiteit van MMA te houden zonder onnodig risico.

  • Warming-up met pummeling, neckties en gripwissels.
  • Kooiwerk: underhooks veroveren, heup op heup, pinnen en afbrokkelen van posture.
  • Positional sparren: back, mount, front headlock; 60-90 seconden om te ontsnappen of te finishen.
  • Scenario’s: sprawl → front headlock → keuze tussen D’Arce of anaconda, afhankelijk van hoofd-arm lijn.
  • Cool-down: controlemechanica herhalen, licht tempo, focus op gevoel van druk.

Voor zover ik weet wordt de guillotine hier vaak gekoppeld aan takedown-defense: hoofd naar binnen? Frame, sprawl, kinlijn vangen en pas dan binden. De rear-naked choke wordt meestal afgemaakt met body triangle aan de kooi omdat dat het “wall-walken” tempert. En de arm-triangle komt veel uit half guard top waarbij heupdruk de arm naar binnen duwt. Leg locks? In MMA wel, maar bedachtzaam, omdat je handen vrij moet houden tegen stoten en het herstel naar top cruciaal is.

Trainers hameren ook op cultuur: vroeg tap-gedrag, heldere commando’s en verantwoordelijkheid.

“Je wint de choke met je positionering, niet met je biceps.”

Klinkt droog, werkt altijd. Veiligheid blijft voorop, want wie elke week kan trainen, wordt beter. En echt waar, de subtiele dingen – schouderlijn afsluiten, ribdruk timen, kinpositie – maken het verschil of iemand tikt of ontsnapt op drie vingers.

Zo groeit in Nederland een generatie die submissions niet als truc ziet, maar als taal. Je leest de reacties van een tegenstander en vertaalt die naar controle en uiteindelijk opgave. Ik weet niet hoe jij erover denkt, maar dat is precies waar moderne MMA naartoe is gegaan: minder spectaculair ogende hefbomen, meer betrouwbare, repeatable mechanics die ook onder vuur standhouden.

Een submission draait om controle, niet brute kracht. Wie posities begrijpt, weet waar de openings liggen en hoe je veilig afrondt of juist ontsnapt. Train slim, tap op tijd en respecteer de techniek. Dat is hoe je beter wordt en heel blijft. Simpel gezegd. De feiten spreken voor zich.

Jeroen van der Meer

Jeroen van der Meer is een Nederlandse MMA-journalist van 35, gespecialiseerd in tactische analyses en de Benelux-scene. Met een achtergrond in sportwetenschap en veel mat-uren in Muay Thai en BJJ vertaalt hij trainingspraktijk naar heldere, controleerbare stukken. Hij heeft events van Cage Warriors tot de UFC gecoverd en benadert elk onderwerp met discipline en respect voor het vak.

Meer lezen

Post navigation