Volgens experts dit is waar MMA echt voor staat in 2025

Veel fans beseffen niet dat MMA meer is dan een afkorting. Dit stuk legt uit waar MMA voor staat, hoe de regels werken, welke stijlen samenkomen en hoe je in Nederland verstandig begint. De feiten spreken voor zich.

Het is belangrijk om te weten waar MMA precies voor staat. De afkorting betekent Mixed Martial Arts en draait om het combineren van staan- en grondgevecht binnen duidelijke regels. In Nederland is de sport volwassen geworden, met serieuze gyms, professionele begeleiding en een rijke kickbokstraditie die doorvloeit naar de kooi. Dit artikel legt het nuchter en praktisch uit.

Wat MMA betekent voorbij de afkorting

MMA staat voor Mixed Martial Arts. In de praktijk betekent het dat je moet kunnen stoten, trappen, clinchen, worstelen en submitten—en vooral schakelen tussen die domeinen. Het is geen “alles mag”, maar een samengestelde sport met duidelijke spelregels, handschoenen, gewichtsklassen en medische checks. In Nederland zie je dat bij events waar de Vechtsport Autoriteit toezicht houdt op matchmaking en keuringen, voor zover ik weet zelfs met standaard pre-fight medicals. Ervaren coaches zeggen vaak: de beste MMA’ers kunnen niet alles, ze weten precies wanneer ze wat doen. Het punt is: timing en keuzes maken winnen het meestal van brute kracht.

MMA draait om beslissen onder druk. De kooi laat fouten genadeloos zien en dwingt efficiëntie af. Positionering bepaalt vaak de uitkomst: eerst balans, dan impact, en daarna afmaken of controleren. Eerlijk gezegd zie je dat al op een amateurgala in Utrecht: iemand die een simpele underhook terugvindt tegen de kooi, herstelt balans en ineens kantelt de hele ronde.

“Eerst positie, dan de knal. Als je dat omdraait, win je misschien highlights, maar geen partijen,” zei een coach bij wie ik ooit een proefles deed, als ik het me goed herinner.

Betekenis Van MMA Regels Uitgelegd

De zogeheten Unified Rules bewaken legaliteit en veiligheid: geen stoten op het achterhoofd, geen oogprikken, geen small joint manipulation. Knieën naar het hoofd van een “grounded opponent” zijn verboden, elbows 12–6 evenmin. Ronden worden gescoord op effective striking, grappling, agressie en octagon control. Dus als iemand vooruitloopt maar telkens wordt gecounterd of neergehaald, dan scoort die niet per se beter. In ons geval helpt het om per uitwisseling te denken: heb je schade veroorzaakt of dominante posities gepakt? Zo simpel is het.

Een voorbeeld uit de Nederlandse scene: een vechter die in de clinch tegen de kooi controlleert, met pummels inside en korte knieën naar het lichaam, kan een ronde “stil” winnen op effective grappling, ook al oogt het minder spectaculair dan een losse hoogkick. Dat is wel cool als je van de details houdt.

MMA Leren Zonder Ervaring

Begin met 2 à 3 sessies per week en concentreer je op basissen: stance en guard, takedown defense, ontsnappen uit mount en back control. Combineer een allround MMA-les met een pure worstel- of BJJ-klasse; ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat veel Nederlandse gyms eerst no-gi basis aanleren voordat je vol gaat sparren. Handige drills: pummeling voor de clinch, wall-walks om op te staan, en ontspappen uit rear naked choke met twee-op-één handcontrole. Train met 16oz handschoenen en scheenbeschermers, bewaar de 4oz voor gevorderd technisch sparren. En investeer in een bitje; het lijkt me de goedkoopste verzekering die er is.

  • Techniek boven kracht
  • Rustdagen plannen
  • Fundamenten herhalen

Voor wie in Nederland start: check bijvoorbeeld een gym met aparte beginnersuren en een worstelcoach op het rooster. Bij amateurtoernooien onder IMMAF-regels (of iets in die richting, zoiets) zie je snelle progressie als die basis goed zit.

Wat Betekent MMA Voor Jongeren

Voor jongeren kan MMA structuur geven: techniek, discipline en respect. Goede gyms scheiden jeugdlessen van volwassen sparren en leggen nadruk op motoriek, veiligheid en plezier—niet op hard knokken. Ouders kunnen meekijken of er duidelijke regels zijn, of de coaches pedagogisch opgeleid zijn en of de bescherming op orde is. Maar neem het van mij niet aan: praat met trainers, kijk een les, en voel of de sfeer klopt, echt waar.

Van vale tudo naar moderne octagon regels

MMA is geboren uit ontmoetingen tussen worstelaars, judoka’s, BJJ’ers en strikers die elkaars spel wilden doorbreken. De eerste UFC in 1993 voelde rauw en ongetemd; als ik het me goed herinner waren handschoenen optioneel en waren er amper rondes. Binnen een paar jaar kwam de omslag: gewichtsklassen, 4oz-handschoenen, een ringarts aan de kooi en uiteindelijk de Unified Rules in de vroege jaren 2000. Eerlijk gezegd was dat het moment waarop het niveau echt omhoog schoot. Scheidsrechters kregen duidelijke kaders, wedstrijddokters konden sneller ingrijpen en vechters wisten beter waarop ze beoordeeld werden. Minder chaos, meer strategie.

De bouwstenen lagen verspreid. In Brazilië had je vale tudo – zoiets als “bijna alles mag” – met minimale regels en veel nadruk op grondgevechten. Japan bracht varianten: Pancrase met open-hand slaps en rope escapes; PRIDE met een ring, andere foul-set en scoring per wedstrijd, niet per ronde. Het punt is: regels vormen stijlen. Een ring met hoeken gaf vaker een reset; de kooi introduceerde cage work en lever control. Waar PRIDE bijvoorbeeld knees naar het hoofd van een grounded tegenstander toestond, draaide het in de Unified Rules uit op andere keuzes in de clinch. Dat verandert training, tempo en risico-inschatting, echt waar.

  • 1993–1996: Open experimenteerfase, weinig regels, stijl tegen stijl.
  • Late jaren 90: Gewichtsklassen, handschoenen en rondes worden standaard.
  • Vroege jaren 2000: Unified Rules (10-9 scoring per ronde, duidelijkere fouls, vaste kooi-afmetingen).
  • Heden: Doorontwikkelde criteria, betere medische protocollen en strakker toezicht wereldwijd.

“Regels sturen gedrag,” zei een coach bij wie ik trainde. “Verander de regel en je verandert de dominante techniek.”

Geschiedenis Van MMA In Nederland

Nederland drukte al vroeg een stempel, vooral via het Dutch kickboxing. Bas Rutten werd Pancrase-kampioen met die open-hand striking en subtiele kniecontroles tegen de touwen. Alistair Overeem kwam vanuit het K-1- en kickbokswereldje en werd kampioen in Strikeforce; later vocht hij zich tot de UFC-top. Gegard Mousasi liet zien hoe efficiënt mixen werkt: compact boksen, slimme takedowns, gecontroleerde topgame. In de jaren 90 en 2000 had je in eigen land events als RINGS Holland en 2H2H; die gaven atleten vlieguren voordat de regels overal werden gestroomlijnd.

De doorstroom liep vaak van kickboksen en judo naar MMA, maar gaandeweg professionaliseerden gyms. Eerst was het veel “striker met wat anti-worstel,” daarna kwamen gespecialiseerde coaches voor worstelen, BJJ en kracht & conditie. Voor zover ik weet neemt de Nederlandse Vechtsportautoriteit het veiligheidskader serieus met matchmaking en medische checks. En de huidige lichting bouwt via amateurcompetities en IMMAF-toernooien wedstrijdritme op voordat ze de stap naar pro maken; dat is wel cool.

Wat merk je vandaag in de kooi? Cage wrestling en wall-walks zijn kernonderdelen geworden. Elbows in kort clinchwerk, rondemanagement (minuut slim “dooddrukken” tegen het hek), en takedown chains die starten vanuit feints aan de buitenkant. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat die verschuiving – van open ruimte naar hekbeslissingen – meer heeft gedaan voor het technische MMA dan mensen beseffen.

Als fan kun je letten op kleine signalen van het moderne regelpakket:

  • Ref roept “work”: er dreigt een stand-up of reset, dus posities worden snel afgewogen.
  • Hoekmanagement: wie de rug tegen het hek behoudt, betaalt vaak toenemende punten in controle.
  • Rondetiming: late takedowns of damage in de laatste 30 seconden kunnen een 10-9 kantelen.

Die evolutie – van vale tudo naar octagon-denken – bepaalt straks ook hoe je traint en herstelt, maar dat is weer een ander verhaal.

Trainingspuzzel die MMA compleet maakt

Een complete MMA-week dekt striking, grappling, clinch en situaties tegen het hek. Ervaren coaches verdelen belasting in hoge en lage intensiteit, met technische micro-rondes en gecontroleerd sparren. Verder draait het om herstel: slaap, voeding, mobiliteit.

Hoe ziet zo’n week er dan uit? Het punt is: je traint niet alles even hard, elke dag. Eerlijk gezegd winnen vechters die slim doseren vaker dan degene die elke sessie vol gas gaan. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat de beste schema’s in Nederland dit ongeveer doen:

  • Maandag – techniek striking (lage intensiteit) + positiesparren tegen de kooi
  • Dinsdag – worstelen en takedown chains (medium) + krachtstapeling
  • Woensdag – BJJ met focus op control & escapes (laag) + mobiliteit heup/schouder
  • Donderdag – wedstrijdspecifieke rondes: cage work, wall-walks, ground-and-pound pads (hoog)
  • Vrijdag – mixed drills: van jab naar level change, van scramble naar back take (medium)
  • Zaterdag – gecontroleerd sparren (variabel), handschoenen aan en duidelijke regels
  • Zondag – herstel: wandelen, foamrollen, eventueel open mat

Die micro-rondes waar je over hoort? Dat zijn blokjes van 30–60 seconden waarin één detail centraal staat: onderhooks houden tegen het hek, schouderpositie in de clinch, of juist sneller uit guard opstaan. Waarom zo kort? Zodat techniek niet instort door vermoeidheid en je veel herhalingen krijgt, echt waar. In ons geval werkt dat beter dan “ga maar vijf minuten vechten”.

Wat je ook steeds vaker ziet bij Nederlandse teams: RPE-sturing (gevoel van zwaarte) om overbelasting te voorkomen, 7–9 uur slapen als richtlijn, en eten rond trainingen plannen. Denk aan eiwit bij elke maaltijd en koolhydraten vóór de hardere sessies. Klinkt simpel, maar als ik het me goed herinner zijn het juist deze basics die het verschil maken. Gewicht-cutten is weer een ander verhaal.

MMA Sportscholen Nederland

Verspreid over Nederland vind je serieuze MMA-gyms met aparte klassen voor beginners, amateurs en pro’s. Let op structuur: een rooster waarin striking, worstelen/BJJ en cage work terugkomen. Check of er worstel- en BJJ-trainers aanwezig zijn en of er duidelijke sparregels gelden (hoofdbescherming, scheenbeschermers, gecontroleerde intensiteit). Transparantie over lidmaatschap en proeflessen zegt veel over de cultuur. Voor zover ik weet hebben de betere gyms ook een moment voor open mat, waar je rustig kan bijleren zonder de druk van een volle les.

Een kleine tip: kijk even naar wie de gevorderden coachen. Een coach die corrigeert op houding, hoofdpositie en handplaatsing tegen het hek – en niet op bravoure – geeft je als beginner meer houvast.

MMA Training Amsterdam

In Amsterdam is de keuze groot. Kijk naar matbezetting, partnerniveau en coaching op details zoals cage work en takedown chains. Vraag hoe vaak positie-sparren en wedstrijdspecifieke rondes op het programma staan. Een goede les behandelt zoiets als: jab–feint–level change, tegen de kooi vasthaken, direct doorstappen naar body lock. Dat is wel cool wanneer je merkt dat die schakels vanzelf gaan. Nou, eigenlijk merk je pas in light spar hoe waardevol dat is.

Hoe MMA Sportschool Kiezen Voor Beginners

Beoordeel een gym op veiligheid en uitleg. Een goede eerste indruk bevat techniekdrills, beperkte intensiteit voor starters en een coach die rustig laat zien waarom iets werkt. Eén proefweek zegt meer dan een marketingtekst; de feiten spreken voor zich.

  • Heldere sparregels en bescherming (bitje, scheenbeschermers, grotere handschoenen voor stand-up)
  • Aparte beginnersuren en tijd voor vragen
  • Regelmatige positiesparren en werk aan ontsnappen tegen het hek
  • Basis worstel/BJJ-blokken, niet alleen pads en zakwerk
  • Coach die corrigeert op techniek, niet op volume of bravoure

Ik weet niet hoe jij erover denkt, maar een gym die je stap voor stap leert schakelen tussen de domeinen, bereidt je beter voor op het hoofdstuk over stijlen en tactiek. Zo simpel is het.

Stijlen en tactiek die het verschil maken

MMA mixt BJJ, worstelen, judo, boksen, Muay Thai en Dutch kickboxing, maar het beslissende verschil zit in schakelen. Van jab naar level change, van low kick naar clinch, van scramble naar back take—wie snel leest wat er openstaat, dicteert het gevecht. Eerlijk gezegd draait het minder om het hebben van honderd technieken en meer om het herkennen van je win conditions en die consequent forceren. Het punt is: je brengt het gevecht naar het domein waar jij het meest scoort of afmaakt.

  • Striking om ingangen te creëren
  • Wrestling om positie af te dwingen
  • BJJ om af te maken of te controleren

Neem de Nederlandse scene. Bij Levels Fight League zie je vaak dat een orthodoxe vechter de calf kick gebruikt om reacties te ontlokken en dan tijdig onderdoor duikt voor de single-leg. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat het was tijdens LFL in Amsterdam dat een lightweight exact zo’n keten draaide: feint-jab, low kick, tegenstander plant te zwaar, level change, takedown tegen het hek. Zo simpel is het.

Wie slim speelt, bouwt combinaties niet alleen in stoten, maar in posities. Een striker met goede feints prikt om de handen omhoog te krijgen, drijft richting kooi en dwingt de tegenstander tot een slechte hoek; daar start de chain wrestling met underhooks, heupdruk en trips. Een BJJ’er met sterke rugcontroles gebruikt juist clinch breaks om weer naar de mat te gaan, want zijn win condition is positiecontrole en uiteindelijk afmaken. Voor zover ik weet heeft Reinier de Ridder die lijn vaak laten zien: eerst richting rug, dan werken met haken, geduldig kraag- of armdreiging stapelen tot de tap. En kijk naar iemand als Gegard Mousasi: jabs voor afstand, laag tempo dicteren, dan plots die knik naar beneden voor een double-leg of body lock—dat is volwassen cagecraft. Maar neem het van mij niet aan; kijk de sequences terug en let op de kleine set-ups.

“Forceer je moment, niet elke uitwisseling,” zei een coach eens tegen me, als ik het me goed herinner.

Kleine details maken het verschil. Southpaw vs orthodox verandert de lijnen voor de shoot. Een teep kan prachtig zijn, maar tegen een goede worstelaar is het een uitnodiging voor een catch. Elbows uit de clinch? Sterk, mits je hoofdpositie klopt, anders eet je meteen een level change. Dat is wel cool als je het eenmaal gaat zien: elke aanval draagt óók een risico voor de tegentakedown.

MMA vs kickboksen betekenis voor vechters

Kickboksen draait om staan; in MMA dicteert de takedown-dreiging bijna elke keuze. Een lage handschoenstand voor beter zicht voelt fijn in de ring, maar naast de kooi geeft dat ruimte voor een snelle binnenste single. Veel Dutch strikers leren daarom vroeg sprawl, underhooks en cage escapes. Eigenlijk verandert zelfs je combinatiekeuze: eindig met een jab of low kick die je voeten onder je houdt, zodat je meteen kunt cirkelen en frames plaatsen. En ja, een harde low kick scoort, maar tegen iemand die graag grijpt is een chopped calf soms minder slim dan een snelle inside low gevolgd door exit stap—zoiets als “raak en raak weg”.

Dit alles haakt straks direct in op het pad richting profniveau: hoe je je gameplan bouwt rond je eigen win conditions en die van je tegenstander breekt, bepaalt de voorbereiding op de volgende stap.

Pad Naar Het Profniveau In De Lage Landen

De stap naar prof in de Benelux begint vrijwel altijd met een reeks amateurpartijen. Eerst kleine shows met scheenbeschermers en beperkt grondwerk, daarna nationale kampioenschappen en IMMAF-toernooien. Voor Nederlanders en Belgen is het logisch om eerst ervaring op te doen in steden als Amsterdam, Eindhoven, Antwerpen of Gent; voor zover ik weet bieden die regio’s het meeste wedstrijdvolume. Wie daar consistent presteert, rolt door naar regionale promoties zoals Levels Fight League of sluit aan bij internationale feeder-circuits. Het punt is: je bouwt een dossier op dat matchmakers kunnen lezen, niet één highlight-reel moment.

Periodisering is cruciaal. Denk aan een 10- of 12-weeks schema waarin je gameplan, opponent scouting en scenario-sparren centraal zet. Tape study van je tegenstander—hun starttempo, favoriete ingangen langs de kooi, hoe ze reageren op southpaw looks—stuurt je spar- en drillschema. Scenario-sparren is dan zoiets als: 3 x 3 minuten starten met je rug tegen de kooi, of direct in half guard bovenop met opdracht tot damage first. Kracht en conditie ondersteunen, ze vervangen techniek niet; als ik het me goed herinner zie je dat vooral in topteams terug aan hoe zuinig ze met hun harde ronden omgaan.

  • Base-blok (3-4 weken): volume, techniekherhaling, GPP en mobiliteit
  • Kamp-blok (6-8 weken): gameplan, scenario-spar, positionele rondes
  • Taper (7-10 dagen): scherpte, gewicht managen, mentale rust

Concreet? Trap-bar deadlifts en sled pushes voor drive, korte assault bike intervallen (bijv. 6×15 sec all-out/45 sec easy) en veel gripwerk voor de kooi. Eerlijk gezegd is consistent slapen en je trainingslog bijhouden hier net zoveel waard als een extra pad-sessie.

Professionele MMA Training

Professioneel trainen betekent je data kennen: RPE per sessie, rusthartslag, HRV of, simpeler, een wellness-score van 1-5. Spar-intensiteit wordt gedoseerd—één harde dag, meerdere technische dagen, en genoeg positional spar. Medische checks zijn standaard: bloedwaarden, tandbeschermer op maat, en baseline-concussietesten. Gewicht maken start ruim op tijd met een sportdiëtist; watercut klein houden, geen roekeloze sauna-acties op het einde. Coaches leggen de nadruk op herhaalbare patronen boven toevallige highlights.

Win ronden met dingen die je elke keer kunt reproduceren: kooiwand-breaks, jab-naar-level-change, en topcontrol met schade.

  • Scouting: opponent-profiel in 5 bullets (tempo, handvoorkeur, takedownreactie, kooirichting, submissie-neigingen)
  • Structuur: 2 techniekblokken per dag is prima, maar hou de totalen in de gaten
  • Recovery: ijsbad of niet, de vaste ankers blijven slaap en voeding

Beste MMA Training Nederland 2025

De teams die vooroplopen combineren worstelkaders (cage-rides, mat returns), BJJ-ketens (half guard/underhook-series, back-take routes) en strikerfundamenten met video-analyse en herstelmanagement. In Nederland denk ik aan gyms als Combat Brothers (Breda), Team Schrijber (omgeving Hoofddorp) en worsteluren bij Bert Kops in Amsterdam—ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat die mix nog steeds het verschil maakt. Belgische clubs met IMMAF-ervaring sluiten daar steeds beter bij aan, dat is wel cool.

Een week die klopt, heeft veel positie-rondes en ‘live goes’ op de kooiwand. Waarom? Omdat de wand in Europese kooien vaak de beslissende factor is voor controle en damage. Fans en beginners kunnen dit pad volgen zonder gek te doen:

  • Houd een trainingslog (Notion of simpel Excel), noteer RPE en leerpunten per sessie
  • Kijk LFL- en IMMAF-streams en maak eigen fight-notes per ronde
  • Plan je eerste cut met een diëtist, niet met YouTube; echt waar
  • Zoek een coach die tape kijkt en je gameplan bewaakt—niet iemand die alleen pads zwaait

De Nederlandse Vechtsportautoriteit en de Belgische bonden helpen bij veilige events, maar dat is weer een ander verhaal richting regels en scoring. Voor nu: bouw je ervaring, periodiseer slim en investeer in herhaalbare acties. Zo simpel is het.

Regels scoring en veiligheid zonder misverstanden

Scoren in MMA draait om effectieve striking en effectieve grappling. Dat betekent: duidelijke treffers die zichtbaar impact hebben of dominante acties op de grond die richting een afmaker gaan. Agressie en cage control tellen pas mee als het qua effect gelijk staat. Het punt is: je voorkomt zo dat iemand alleen maar rondrent of duwt tegen de kooi zonder iets te doen.

Neem een typische avond in Amsterdam bij een LFL-kaart: Vechter A cirkelt veel, maar landt loepzuivere counters. Vechter B drukt vooruit, tikt de kooi aan, maar raakt vooral lucht. Wie “lijkt” te dicteren? B. Wie scoort echt? A. Eerlijk gezegd is dat soms tegen je gevoel in, maar zo werkt de jurylogica.

Hoe werkt de scoring in MMA

Per ronde gebruiken juryleden het 10-points-must-systeem. Meestal zie je een 10-9 voor de winnaar van de ronde. Een 10-8 komt bij significante dominantie of een duidelijke bijna-finish (een knockdown met vervolg, of een submissionpoging die echt close is). Een 10-7 is zeldzaam en vergt extreme overwicht. Takedowns op zich scoren weinig; pas als er schade of dreiging uit volgt – bijvoorbeeld stevige ground-and-pound of een submissionketen – telt het zwaar.

Stel: in Utrecht krijgt iemand twee takedowns maar blijft vast in de guard hangen zonder stoten, terwijl de ander staand drie harde low kicks en een rechte hand landt. Wie wint die ronde? Voor zover ik weet gaan de punten dan naar de staande striker, omdat het effect daar hoger is. Wie de ronden zo leert “lezen”, waardeert ook ogenschijnlijke rustmomenten: vaak is dat ademhalen vóór een explosie of het opzetten van een valstrik, zoiets als een trap naar de lever na drie jabs.

Praktische kijk-tip voor thuis:

  • Tel niet de aantallen, maar de impact: wankelen, tempo breken, zichtbare reacties.
  • Op de grond: let op progressie (guard pass, mount, back-take) en echte submissiondreiging.
  • Pas als dat gelijk staat, kijk je naar wie het midden neemt of vooruit vecht.

Veiligheid is geen bijzaak. Scheidsrechters grijpen in bij TKO’s, taps, verbal taps of als iemand zichzelf niet meer intelligent verdedigt. Ringartsen controleren snijwonden en doen desnoods een korte dokterspauze. Bij profs zijn handschoenen meestal 4 oz; amateurs in Nederland werken vaak met grotere handschoenen en soms scheenbeschermers, geen ellebogen naar het hoofd en een kortere rondeduur. Gewichtsklassen – bijvoorbeeld featherweight 65,8 kg, lightweight 70,3 kg en welterweight 77,1 kg – moeten mismatch-risico’s beperken, al blijft blessuregevaar onderdeel van de sport, echt waar.

Wat is absoluut verboden? Een paar voorbeelden die je vaak terugziet in de Unified Rules:

  • Slagen naar de achterkant van het hoofd en nek
  • 12-6-ellebogen (recht naar beneden)
  • Koppen, bijten, ogen prikken en kleine gewrichtsmanipulatie (vingers/tenen)
  • Vastgrijpen van de kooi om een positie te behouden
  • Knieën of trappen naar het hoofd van een grounded tegenstander

Als ik het me goed herinner was er op een kaart in de Randstad een moment waarop iemand een takedown “scoorde” in de laatste tien seconden zonder vervolg. Publiek juichte, maar de ronde ging naar de man die ervoor al de duidelijke treffers had. Dat is wel cool, omdat het laat zien hoe consistent de criteria zijn. Maar neem het van mij niet aan: kijk terug, pauzeer de actie, en vraag je steeds af waar de effect-momenten zitten. De rest – showboaten, tegen de kooi duwen zonder schade – is leuk of nuttig, maar secundair. Maar dat is weer een ander verhaal.

Zoals we hebben gezien, staat MMA voor een complete vechtsport met duidelijke regels, slimme trainingsopbouw en respect voor veiligheid. Of je nu fan bent of wilt beginnen, de kern blijft hetzelfde: veelzijdigheid, discipline en realistische competitie. Kies verstandig, train doordacht en leer stap voor stap. Simpel gezegd, dat is waar MMA echt voor staat.

Jeroen van der Meer

Jeroen van der Meer is een Nederlandse MMA-journalist van 35, gespecialiseerd in tactische analyses en de Benelux-scene. Met een achtergrond in sportwetenschap en veel mat-uren in Muay Thai en BJJ vertaalt hij trainingspraktijk naar heldere, controleerbare stukken. Hij heeft events van Cage Warriors tot de UFC gecoverd en benadert elk onderwerp met discipline en respect voor het vak.

Meer lezen

Post navigation

Leave a Comment

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *