Coaches onthullen voor het eerst 9 beginnersfouten die je MMA-groei in 2025 afremmen

Beginnende MMA’ers struikelen zelden over moeilijke technieken, maar over basics. Dit artikel fileert de meest voorkomende beginnersfouten en geeft praktische, coachwaardige aanpassingen voor stand, afstand, verdediging, grappling, conditie en slim sparren. Simpel en effectief.

Bij het bespreken van beginnersfouten in MMA komt steeds hetzelfde terug bij coaches en ervaren vechters. Het zijn niet de zeldzame trucjes die je remmen, maar de basis die niet klopt. Met een paar gerichte aanpassingen versnel je je progressie enorm. Hieronder staat wat starters het vaakst missen en hoe je dat vandaag al corrigeert.

Fundamenten die vaak misgaan bij starters

De kernfouten zitten bijna altijd in houding en basisbewegingen. Te rechtop staan, kin omhoog, handen laten hangen na een combinatie, of in een rechte lijn naar voren stappen zonder hoek: het lijkt klein, maar het tikt op. Het punt is: zonder stabiele basis ga je dezelfde fouten herhalen, zelfs als je een nieuwe combinatie leert. Eerlijk gezegd zie ik het wekelijks in de gym. Iemand heeft een mooie kick of een flitsende overhand, maar zakt weg zodra het tempo omhoog gaat omdat de fundamenten wankel zijn. En dan heb ik het nog niet over ademhaling; één wilde inademing met open mond en je timing is weg. Als ik het me goed herinner zei een coach ooit: “je voeten en je kin zijn je verzekering.” Klinkt droog, werkt wel.

Een solide basis wint vaker van trucjes.

  • Stand breed genoeg voor stabiliteit, smal genoeg voor mobiliteit
  • Kin laag en ogen vooruit, schouders licht opgetrokken
  • Handen terug naar de dekking na elke aanval
  • Altijd uitzwaaien met een hoek in plaats van recht terug te stappen

Beginner MMA mistakes uitgelegd

De term beginner MMA mistakes klinkt simpel, maar het zijn vaak hardnekkige patronen. Te veel kracht in elke stoot, waardoor je verzuurt en je voeten vastplakken. Overreachen met de rechterhand en je heupen achterlaten. Schrikken bij het eerste clinch-contact en je rug wegdraaien met een open kin. Waarom blijven ze terugkomen? Omdat stress je automatisch terugzet naar wat het meest geoefend is, en voor veel starters is dat helaas “armen zwaaien, kin omhoog”. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat 60–70% intensiteit tijdens techniekwerk het beste leertempo geeft: precies hard genoeg om eerlijk te zijn, niet zo hard dat je vorm instort. Let ook op micro-dingen: hand-terug-dekking (ellebogen smal), schoudershrug bij het jabben, en geen crossing feet als je drukt. Klinkt saai. Is het niet; zodra de druk komt, merk je dat dit je redt, echt waar.

Hoe beginner MMA mistakes voorkomen voor beginners

Werk met eenvoudige, meetbare routines. 3 rondes shadowboxen (2:00 werk, :30 rust) met focus op hand-terug-dekking en kinpositie; tel hardop “1-terug, 2-terug” bij elke combinatie. 5 minuten voetwerk met een elastiek om de enkels voor afstandsgevoel; klein veerstandje, knieën licht gebogen, heupen onder je. Elke training 10 gecontroleerde clinch-ingangen: binnenkomen met hoofd op de borst, rug recht, handen aan de biceps of achter het hoofd, dan rustig resetten. Film je ronden met je telefoon op ooghoogte en maak een mini-checklist: kin laag, handen terug, niet in een lijn teruglopen maar wegstappen met een hoek. Dat is wel cool, want het geeft directe feedback zonder discussie. Gebruik desnoods een metronoom-app op 50–60 bpm voor ritme; het lijkt me dat dat net de juiste cadans geeft om vorm te bewaren. En nou, als je merkt dat je alsnog omhoog komt met de kin: pauzeer, herhaal langzaam, en ga pas weer door als het voelt als automatisme. Kleine, consequente correcties leveren de grootste winst op; voetwerk en afstand komen zo meteen uitgebreider voorbij, maar dat is weer een ander verhaal.

Voetwerk en afstand bepalen het gevecht

Afstandsmanagement is de ruggengraat van MMA. Zonder balans en een bruikbare eerste stap ben je of te ver om te raken of precies in de tegenaanval. De feiten spreken voor zich: wie de afstand beheerst, dicteert het tempo. Werk aan start-stop ritme, buitenlijnstappen en feints om reacties uit te lokken. Eerlijk gezegd zie je hier het verschil tussen iemand die vecht en iemand die echt stuurt.

  • Leer de drie zones herkennen en benoemen afstand, mid-range, clinch
  • Openen en sluiten van de afstand met een jab als meetlat
  • Buiten de lead-voet stappen tegen orthodox of southpaw

Die drie zones klinken simpel, maar voor zover ik weet raakt het hier vaak mis. Waar sta je als je jab net niet reikt? Dat is je buiten. Als je jab landt en de cross nog nét past, zit je in mid-range. Zodra je schouders elkaar bijna raken, ben je in de clinch. Zet tape op de vloer en markeer die zones; dat is wel cool en het maakt je keuzes concreet. Gebruik de jab als radar: tik-lengte-tik, dan pas beslissen of je sluit, blijft of uitstapt. Als ik het me goed herinner zei een coach eens: start-stop is geen pauze, het is een dreiging; je stopt om de ander te laten starten, en dan ga je eerst.

Wie de afstand wint, wint de uitwisseling. Echt waar.

Concreet werk: buiten de lead-voet stappen is je veiligste hoek. Tegen orthodox stap je links buiten hun lead en lijn je je cross op hun middenlijn; tegen southpaw precies gespiegeld. Combineer het met een L-step of een kleine pendulum om niet te voorspelbaar te worden. De klassieke beginnersfout hier is voeten kruisen of te hoog stuiteren, waardoor je traag bent op het moment dat je móét remmen. Beter: heel kort contact met de grond, achterste voet in, voorste voet uit, zoals een vechtschaakspel. En ren niet recht achteruit langs de kooi; draai uit met een pivot of een buitenstap. De kooi is geen muur, het is een kompas — maar neem het van mij niet aan, test het met rustige cage work.

Beginner MMA mistakes vs technische fouten in sparren

Er is een verschil tussen een beginnersfout en een geïsoleerde technische misstap. Beginnersfouten zijn systemisch denk aan wegdraaien met open kin of achteruit rennen in plaats van pivots. Technische fouten zijn contextueel, zoals een te lage hand bij een specifieke combinatie. Richt je eerst op het systeem, daarna op de details.

Systemisch in het thema afstand is zoiets als altijd in de tegenstoot stappen omdat je geen feint gebruikt, of telkens de verkeerde zone kiezen na je eerste jab. Technisch is bijvoorbeeld een te late buitenstap tegen een southpaw waardoor je hook vastloopt. Oplossingen? Drie simpele blokken: 2 minuten start-stop op metronoom (in, bevries, uit), 2 minuten jab-als-meetlat met score “raak/net-niet/te-diep”, 2 minuten buitenstap + hoek-cross in beide stances. Film één ronde en tel hoe vaak je voeten kruisen of je recht wegloopt. Het punt is: eerst het systeem van voetwerk en afstand betrouwbaar krijgen, dan pas de sierlijke combinaties. In het volgende deel schuiven we logisch door naar verdedigen om je aanvallen mogelijk te maken, maar dat is weer een ander verhaal.

Verdediging eerst en dan pas combinaties

Na het stuk over voetenwerk komt iets wat veel beginners overslaan: je schild. Eerlijk gezegd jaagt bijna iedereen in het begin op highlights, maar verdediging maakt je aanvallen mogelijk. Slip-jab, parry-cross en terugkomen met dekking zijn geen trucjes; het zijn je veiligheidsriem én je gaspedaal. Het klinkt simpel, maar het werkt: het meeste landt na iets defensiefs. Blok, slip, check of parry en dan direct terugsteken. Eerst overleven, dan scoren.

  • Jab als anker en radar voor afstand
  • Dubbele dekking bij exits langs de kooi
  • Counterdenken na elke defensieve actie

Coaches die ik vertrouw hameren erop dat het tempo omlaag moet tijdens het leren. Het punt is: je patroon moet kloppen vóór je snelheid opvoert. Denk aan een vaste volgorde: zien – beschermen – gronden – terugschieten – uit positie. Als je dat rustig bouwt, voorkom je hardnekkige gewoontes zoals wegkijken of open terugkomen. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat pro’s dit zelfs in warming-ups doen, zoiets als slow-mo catch-and-throw. Waarom? Omdat je brein minder overspoeld raakt en je ogen het juiste moment leren lezen.

Concrete basics die vaak ontbreken: laat je ellebogen smal bij het blokkeren van haken, verberg je kin achter je voorste schouder, en houd één hand in lijn met het doel tijdens counters. Parry je met je achterhand, laat dan je kruisende rechter meteen over dezelfde lijn komen. Check je low kick, breng tegelijk het gewicht iets naar voren zodat de jab klaarstaat. Slip buiten de cross en schiet laag naar de lever of het lichaam. Klinkt nerdy, maar die kleine keuzes besparen veel klappen.

Nog iets wat ik vaak zie: exits zonder dekking. Als je langs de kooi stapt, ga dubbelgedekt en met je hoofd buiten de middenlijn. Een simpele regel: elk uitstapje heeft een mini-counter eraan vast, al is het maar een prikjab. Dat is wel cool, want zo dwing je respect af en voorkom je achtervolgingen. En ja, dit raakt straks ook aan clinch-entries en cage-werdingen, maar dat is weer een ander verhaal.

Professionele beginner MMA mistakes training

Professionele correcties draaien om structuur. Zet rondes op met één doel. Bijvoorbeeld: 3×3 minuten alleen defensieve triggers met terugsteek (parry-cross, slip-jab, check-low-kick-calf-kick). Dan 2×3 minuten limit-sparring met één hand actief en één hand vast aan je slaap, zodat je hoofdbeweging en schouderwerk het overnemen. Voeg eye-tracking drills toe: partner feint, jij benoemt wat je ziet (schouder, heup, knietik) en reageert op één cue.

Maak het meetbaar: werk met een metronoom (60–80 bpm) voor ritme, tel succesvolle defense-naar-counter-momenten, film één ronde per week en noteer je vaste fout (bijv. terugkomen zonder dekking). In ons geval helpt het om een coach te hebben die direct pauzeert en corrigeert in plaats van je “door de storm” te laten ploegen. Volgens veel MMA-coaches is 70 procent van je progressie hoe je traint, niet wat je traint. Echt waar. Combineer dat met lichte, slimme rondes en je ziet snel verschil.

Tot slot een brug naar het volgende: dezelfde reflex “defend → counter of exit” geldt in grappling. Underhook pakken na een sprawl, hoofdpositie claimen en meteen terugduwen – zelfde logica, andere vormen. Maar neem het van mij niet aan; voel het in de mat. Straks meer bij de grappling-basics.

Grappling basics die je niet kunt overslaan

De grootste kloof voor strikers zit, eerlijk gezegd, in verdedigen en ontsnappen. Als iemand je tegen de kooi pint of je heupen pakt, draait het ineens niet meer om combinaties maar om underhooks, hoofdpositie en je heup onder je houden. Zonder die basis verspil je energie aan wilde bridge-pogingen die niets opleveren, of je geeft in paniek je rug weg. Het punt is: leer de kooi gebruiken als derde partner, niet als vijand. Voor zover ik weet winnen de meest saaie, technische details hier het gevecht, echt waar.

Waarom win je geen scrambles? Vaak omdat je geen inside position claimt en niet op tijd terugvecht naar heup- en hoofdcontrole. Kleine dingen, groot effect.

“Underhooks winnen langs de kooi. Als je die verliest, verlies je meestal de rest.”

  • Sprawl met directe counter op de crossface en underhook
  • Wandelen langs de kooi sta op met heup onder heup
  • Positie boven submissie, vooral in ronde 1

Concreet: bij de sprawl ga je niet alleen naar achter; je crossfacet meteen met je onderarm tegen de kaaklijn, schuift je heup op zijn schouder en pummelt naar een inside underhook. Hoofd op zijn slaap, kin naar beneden, knieën actief. Als je tegen de kooi zit, maak je eerst een frame op de nek of biceps, bouw je elleboog-knie connectie, voeten actief met je tenen in de mat, en dan “wandelen” tot je heupen onder zijn heupen komen. Handfight de pols die je heup vastzet, kom op je zij, knie onder, get-up naar de underhook of head position. Klinkt simpel, is het niet, maar dat is wel cool als je het voelt klikken.

Positie boven submissie in ronde 1 is geen cliché. Stabiliseer eerst half guard of side control, breek grips, zet druk met borst op borst, en pas dán denken aan een choke. Als ik het me goed herinner zei een coach eens zoiets als: “Submissies komen vanzelf als iemand slecht ademt onder je.” Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat hij gelijk had.

Beginner MMA mistakes training Amsterdam

In Amsterdam werkt het beste wat ik zie: live scenario’s met beperkte doelen. Eén ronde alleen cage-escapes, start met rug tegen het gaas, tegenstander op 50 procent weerstand. Volgende ronde alleen single-leg verdediging, doel is knieën terugwinnen en crossface. Coaches die ertoe doen, pauzeren om je grips te fixen, niet om harder te gaan. Vraag om duidelijke doelen per ronde: “30 seconden om te staan, 10 seconden reset.” Vraag ook om directe feedback: waar verloor je de underhook, hoe was je hoofdpositie, welk moment miste je de heup-switch? Nou, na drie weken zulke blokken zie je meer progressie dan in tien “harde” rondes zonder plan.

Beginner MMA mistakes sportscholen Nederland

Door het land zie je verschillen. Sportscholen met gestructureerde fundamentals reduceren fouten sneller: kleine klassen, vaste thema’s per maand, en basis in zowel orthodox als southpaw. Denk aan een cyclus: week 1 pummeling & wall-walk, week 2 single-leg verdediging, week 3 half guard frames, week 4 back-escapes. Consistentie verslaat de trucje-van-de-week. Let op of er rep-doelen zijn (bijv. 10 clean stand-ups per kant), of er live starts zijn in slechte posities, en of je progressie wordt gelogd. Dat scheelt energie en, eerlijk, spaart ook je tank voor wat straks komt, maar dat is weer een ander verhaal.

Conditie opbouwen zonder je lichaam te slopen

Starters gaan vaak te hard, te vaak. En ja, dat voelt stoer tot je schouders branden, je jab inzakt en je footwork verdwijnt. Het punt is: je conditie moet je techniek dragen, niet slopen. Werk met hartslagzones en houd je sparintensiteit beheersbaar, tenzij je echt een fightcamp draait. Eerlijk gezegd is 60–70 procent vaak genoeg om hard te leren zonder onnodige schade.

Periodiseer simpel: drie techniekdagen, twee kracht & conditie, één lichte hersteltraining. Denk bij conditie aan Zone 2 (zoiets als 120–140 bpm voor veel mensen) voor basisuithouding, en korte blokken in Zone 4 voor wedstrijdspecifieke prikkels. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat 8–12 herhalingen van 60–90 seconden op de bike, met even lange rust, heel dicht in de buurt komt van wat je in een ronde voelt. Op de loopband kan het ook, maar minimaliseer impact als je al veel springt en schopt in de week.

  • Techniek onder vermoeidheid maar met vorm intact
  • Kracht basisbewegingen squat, hinge, pull, push
  • Conditie via intervals op bike of loopband om impact te beperken

Voor kracht kies je voor weinig franje: front squat of goblet squat, Romanian deadlift, pull-up/row, en een strakke dumbbell press. 3–5 sets, 3–6 reps, RPE 7–8. Train je core anti-rotatie (Pallof press, carries), want dat is wat je strikes en scrambles bij elkaar houdt. En als ik het me goed herinner zei een coach ooit iets wat bleef hangen:

“Rust is óók training. Je wint je volgende ronde de nacht ervoor.”

Een voorbeeldweek, voor zover ik weet best gangbaar: ma/wo/vr techniek (posities, combinaties, situational work), di/za kracht & intervals (di zwaarder, za lichter), zo herstel (mobility, Zone 2, 30–40 min). Donderdag kun je licht sparren of specifieke rondes draaien. Als je merkt dat je hartslag in sparren constant richting rood gaat, knip de rondes in kortere stukken of verlaag de weerstand. Beter drie rondes kwalitatief dan vijf rondes overleven, maar neem het van mij niet aan—kijk je video terug en zie hoe je handen zakken zodra je te diep gaat.

Moet je dan nooit vol gas? Tuurlijk wel, maar plan het. Eén zware spar- of conditieprikkel per week is vaak genoeg. Elke vierde week een deload (volume -30–40%) houdt je fris en voorkomt die zeurende elleboog die ineens acht weken blijft plagen. Dat was het dan wat de basis betreft; de fine-tuning komt straks terug bij sparren zonder ego, maar dat is weer een ander verhaal.

Beste Beginner MMA Mistakes Om Te Vermijden Nederland 2025

De klassieke valkuilen blijven hardnekkig: te weinig hersteldagen, sparren op 100 procent zonder doel, geen logboek, en wisselende stance zonder begeleiding. Minimaliseer impact, maximaliseer kwaliteit. Zo simpel is het.

  • Te weinig hersteldagen: plan 1 echte rustdag en 1 herstel-dag. Slaap 7–9 uur, wandel, Zone 2.
  • Sparren op 100% zonder doel: cap op 60–70% en kies per ronde één thema. Hard gaat alleen in fightcamp of een geplande test.
  • Geen logboek: noteer sets, zones, RPE, slaap en blessures. Kleine trends vertellen grote verhalen.
  • Wisselende stance: kies een basisstand 6–8 weken en ontwikkel eerst je defensie. Switch pas met feedback van je coach.

In ons geval levert dit een lichaam op dat trainen aankan én vooruitgaat, niet een lichaam dat je elke maand moet repareren. Echt waar.

Sparren zonder ego en slim leren winnen

Ego is de snelste route naar stilstand. Stel per ronde één leerdoel in, bijvoorbeeld alleen jabs scoren of alleen takedown entries zoeken. Begrijp ook de beoordelingscriteria effectieve striking en grappling, agressie en octagon control, zodat je weet wat echt telt. Het punt is: je traint niet om je maat te “pakken”, je traint om beslissingen te verfijnen die in een echte partij de ronde winnen.

  • Rondes met thema om beslissingen te trainen
  • Notities direct na sparren met twee verbeterpunten
  • Video review één keer per week met je coach

Themarondes werken als een filter. Eén ronde alleen de jab en footwork, volgende ronde alleen counteren na een slip, dan een ronde waar je elke uitwisseling eindigt met een clinch naar de kooi. Je merkt meteen wat wel en niet reproduceerbaar is onder druk. Eerlijk gezegd zie je vaak dat iemand “wint” in de gym door harder te slaan, maar verliest op de kaartjes omdat er geen effectieve controle of duidelijke score-momenten zijn.

Beoordelingscriteria helpen je keuzes sturen. Effectieve striking betekent zichtbaar impact maken of schade opbouwen, niet alleen volume. Effectieve grappling is vooruitgang naar dominante posities of serieuze submissie-inzetten. Agressie is initiatief nemen om te finishen, en octagon control gaat over wie bepaalt waar er gevochten wordt. Als ik het me goed herinner zei een oud-jurylid in Almere zoiets als: “Wie dicteert de dans?” Dat is precies de vraag die je themarondes moeten beantwoorden.

Maak sparren meetbaar. Schrijf na elke sessie twee korte bullets: wat werkte, wat werkte niet. Niet meer dan twee; dat dwingt focus. Plan een wekelijkse video review met je coach; twee fragmenten van 30 seconden zijn genoeg. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat 3 tot 5 vaste scenario’s per maand (bijv. fence escape, single-leg afsluiten, jab-naar-level change) de snelste leercurve geven. “Mooi winnen” is voor later; nu wil je leren winnen met eenvoudige patroontjes. Maar neem het van mij niet aan, bekijk je eigen clips.

Train om rondes te “stelen” met kleine beslissingen: laatste tik scoren, hoek afsnijden, onder de jab duiken naar body lock.

Geschiedenis Van Beginner MMA Mistakes In Nederland

Door de sterke kickbokstraditie bleven veel starters lang te rechtop en te “kickboksend” in MMA. Handen hoog, heupen recht, weinig dreiging van de level change; ik denk dat het was omdat de kooi en het grondspel simpelweg minder tijd kregen. Die reflex werkte tegen je zodra iemand langs de kooi drukte. Tegenwoordig leggen Nederlandse gyms veel meer nadruk op cage-wrestling, defensieve scrambles en heuphoogte. Dat corrigeert die historische fout. Het is even wennen: minder stilstaand mikken, meer positie winnen en het ritme breken – dat is wel cool om te zien bij de nieuwe lichting.

Beginner MMA Mistakes Leren Zonder Ervaring

Zonder ervaring kun je veilig bouwen aan basismotoriek en conditie: shadowboxen voor houding en guard-retour, basisworsteldrills met een elastiek voor level changes en penetratiestappen, mobiliteit en stevige core. Vermijd het aanleren van submissions zonder begeleiding; voor zover ik weet slijten verkeerde grijphoeken sneller in dan je denkt. Gebruik betrouwbare online bronnen (gedoseerde playlists, geen highlight-mashups) en plan zo snel mogelijk fysieke coaching, al is het een privéles per maand. Start met simpele spar-varianten: jab-only, clinch-only, of starting-in-bad-position rondes. Zo simpel is het, maar dat is weer een ander verhaal.

Wie de basis serieus neemt, gaat sneller vooruit dan degene die jaagt op trucjes. Werk aan houding, afstand, verdediging, grappling fundamentals en gecontroleerde intensiteit. Kies trainingen die structuur en feedback bieden en parkeer je ego tijdens het sparren. De feiten spreken voor zich een solide fundament betaalt zichzelf elke sessie terug.

Jeroen van der Meer

Jeroen van der Meer is een Nederlandse MMA-journalist van 35, gespecialiseerd in tactische analyses en de Benelux-scene. Met een achtergrond in sportwetenschap en veel mat-uren in Muay Thai en BJJ vertaalt hij trainingspraktijk naar heldere, controleerbare stukken. Hij heeft events van Cage Warriors tot de UFC gecoverd en benadert elk onderwerp met discipline en respect voor het vak.

Meer lezen

Post navigation