Bij het bespreken van Costello van Steenis valt op hoe compleet zijn spel is geworden. Van knock-outs tot slimme submissions, zijn 2025-run bij PFL laat zien dat Nederlands MMA op het hoogste niveau meedoet. De feiten spreken voor zich.
Bij het bespreken van Costello van Steenis draait het niet alleen om highlights. Het is belangrijk om te weten hoe hij van talentvolle Bellator-middleweight groeide naar PFL-kampioen met afwerkingen in alle facetten. Getraind in Leiden en Amsterdam, gevormd door topcoaches en een mentor als Gegard Mousasi. Dit is de ontwikkeling die veel fans onderschatten.
Beste Van Steenis MMA analyse Nederland 2025
Eerlijk gezegd voelde de sprong van Costello van Steenis naar de PFL nooit als een gok. Het was de logische volgende stap voor iemand die al jaren tegen de top aanschurkt. Die snelle KO bij zijn debuut zette een toon die je niet kúnt negeren, en de titelkraker waarin hij in de slotseconden de submission pakte, bevestigde het beeld: dit is een vechter met een volwassen spel en ijskoude beslissingskracht.
Wat me opviel is hoe zijn tempo nu wordt gedoseerd. Hij drukt wel, maar niet roekeloos; hij kiest momenten zoals een ervaren schaakspeler tijd op de klok bewaart. Het punt is: minder verspilling, meer waarde per actie. Hij forceert niets en staat toch constant voor. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat dit vooral zit in het herkennen van ritmes: wanneer de ander wil ademen, wanneer het publiek rumoer maakt, wanneer de tegenstander net een halve stap te ver doet. In die vensters pakt hij zijn kansen, zonder theatrale risico’s. Zo simpel is het.
Zijn fight-week is nu bijna saai in de beste zin van het woord: scherp gewicht, rustige warming-up, en een plan dat per ronde bij te sturen is. Als ik het me goed herinner waren er eerder wel eens pieken en dalen; nu lijkt hij elke dag op hetzelfde niveau te presteren. Dat geeft vertrouwen, voor hem én voor de hoek.
Wat veranderde er concreet sinds zijn Bellator-dagen?
- Tempobeheer: hij loopt minder “hot”, bewaart stoot- en grapplingflurries voor momenten die scoren of breken.
- Risicomanagement: geen wilde exchanges om het publiek te pleasen; hij kiest ruilmomenten zonder zijn positie weg te geven.
- Tussentijdse aanpassingen: je ziet tussen de rondes kleine tweaks in afstand, hoekkeuze en voortzetting. Het lijkt me dat de corner nu korte, heldere cues geeft.
- Mentale rust: onder fel licht blijft hij ademen, kijkt, wacht, en pas dan trekt hij de trekker. Dat is wel cool, want het maakt het verschil in de laatste minuut.
- Conditionering: geen grote versnellingen die hem leegtrekken; hij blijft gevaarlijk in minuut 1 én minuut 24.
Voor zover ik weet is de basis hetzelfde gebleven: een solide kernteam in Nederland, vertrouwde sparrings, en een schema dat niet schreeuwerig is. Maar de details zijn aangescherpt. Micro-keuzes die je niet opvallen als je alleen highlights kijkt, en die je wel ziet als je hele rondes terugspoelt. Maar neem het van mij niet aan: zet de klok op die championship-minutes en kijk hoe hij nog steeds vlamt.
Wat deze opmars naar PFL-goud echt typeert, is hoe hij grote momenten nu “klein” maakt. Geen paniek, geen haast, alleen clutch keuzes. De KO bij het debuut was explosief, maar de afsluitende submission voor de titel was nog veelzeggender: dat is iemand die een gevecht kan sluiten wanneer het er het meest toe doet. Ik weet niet hoe jij erover denkt, maar dat is de signatuur van een kampioen die nog lang mee kan, ook als het minder mooi wordt. En over hoe hij dat technisch klaarspeelt, daar komen we zo op terug, want dat is weer een ander verhaal.
Van Steenis MMA techniek ontleed
Als je Van Steenis rustig bekijkt, valt zijn compacte combinaties meteen op: geen franjes, alles strak langs de middenlijnverdediging. Hij varieert met slimme schijnaanvallen die een halve reactie trekken, precies genoeg om de deur open te zetten. Eerlijk gezegd is het zelden spectaculair op het eerste gezicht, maar het is klinisch efficiënt. Het punt is: hij stuurt de uitwisselingen zonder overbodig risico.
Die linkerjab? Die is veel meer dan een meetlat. Hij gebruikt ’m als scharnierpunt om ofwel binnen te stappen, of de guard te centreren en meteen naar het lichaam te schieten. Zie je hoe hij eerst de leadhand checkt en dan de hoek sluit? Dat is wel cool, omdat het zijn volgende keuze verbergt: bodykick, cross of level change. In de clinch is hij basaal maar hardnekkig: dubbele underhooks, hoofd onder de kaaklijn, schouders drukken, en dan de kooi gebruiken om te draaien. Als ik het me goed herinner was dat precies hoe hij in een lastig tweede rondemoment de controle terugpakte.
Belangrijke details rond die jab:
- Parry-naar-jab-naar-step-in: eerst de leadhand neutraliseren, dan direct terrein winnen.
- Jab-naar-bodykick: jab hoog, heupen laden, schoppen naar de ribben als de elleboog te ver inschuift.
- Jab-naar-level change: timing op de terugtrek, knieën buigen en schieten op de heup.
Defensief schermt hij de middenlijn met ellebogen dicht en kin laag, en hij kiest kleine slips in plaats van grote weaves. Minder spectaculair, meer beschikbaar voor counter of instap.
Entries Naar Brabo En Guillotine Variaties
Die brabo-choke die we eerder zagen, was geen toevalstreffer. Hij jaagt erop via sprawl naar front headlock, knieën naar het lichaam om de reactie te forceren, en dan de keuze: brabo/d’arce als de arm gevangen blijft, of switch naar een guillotine wanneer de nek loskomt. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat hij vaak een chin-strap met polscontrole prefereert, zodat de overgang naar high-elbow guillotine sneller is.
Wat het afmaakt is zijn rust. Geen gehaaste squeeze, eerst hoek en druk: schouder over de nek, elleboog naar de borst, stap naar de heup om ruimte weg te nemen. En als de tegenstander rolt, volgt hij kalm, behoudt de hoofdpositie en bouwt opnieuw. Voor zover ik weet is dat het verschil tussen een poging en een afwerking, maar neem het van mij niet aan.
Submissie-ketens die terugkomen:
- Sprawl → crossface → front headlock → brabo grip
- Knieën naar het lichaam → reactie omhoog → guillotine met hoge elleboog
- Guillotine faalt → snap-down → back take of reset naar clinch
Kickboxing Naar Worsteltansities
Zijn Dutch-kickboxing basis is functioneel uitgekleed. Lage trappen breken de stand, een strakke directe cross centreert de guard, en precies in die opening komt de instap naar de heup. Vaak met het hoofd op de borst, handen laag op de dij, doorstappen en de kooi als derde hand gebruiken. Als de tegenstander spraalt schakelt hij naar een enkele been, “run the pipe” en meteen naar een knieduw of knee tap. Klinkt simpel, maar zo simpel is het niet; timing is alles, echt waar.
Wat mij opvalt: hij jaagt niet op de takedown, hij maakt ’m. Eerst het evenwicht breken, dan pas schieten. De afwerking voelt daardoor onvermijdelijk; maar dat is weer een ander verhaal.
Van Steenis MMA training Amsterdam
Wie de sfeer bij Kops Gym in Amsterdam kent, snapt meteen waarom Van Steenis’ kooiwerk en verdediging zo strak ogen. Dag in, dag uit wisselt hij daar rondes met kickboxers die hard op de benen werken, worstelaars die je aan de heup vastspelden, en allrounders die continu variëren. In Leiden bij Team Mousasi is de toon weer net anders: economisch, calm under fire, veel nadruk op keuzes maken in kleine ruimtes. Het punt is: die combinatie dwingt hem per ronde te schakelen van licht voetwerk naar clinchdruk, en terug. Je ziet het terug in die koelblijvende beslissingen langs de kooi – geen paniek, gewoon de juiste greep, juiste hoek, en wegdraaien. Eerlijk gezegd is dat precies wat hem van contender naar kampioen tilt.
Als ik het me goed herinner zei hij eens dat het “gewoon veel herhalen” is, maar dat klinkt bijna te simpel. De realiteit is meer: scenario’s stapelen. Eerst de kooi voelen, dan handfighting, dan een korte scramble, en pas daarna de exit. Zoiets als schaken met zweet en wall pads.
Professionele Van Steenis MMA training
Zijn kampopbouw oogt strak en meetbaar, zonder franje. Periodisering met duidelijke blokken, en in elk blok een paar speerpunten die terugkeren in spar en pads. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat ze in Amsterdam en Leiden dezelfde taal spreken: ritme, positie, efficiency.
- Technische blokken: weken waarin één thema terugkomt, bijvoorbeeld kooirand-entries of verdediging van de single. Geen circus, gewoon reps.
- Scenario-sparren met tijdsdruk: starten met rug tegen de kooi, 30 seconden om los te komen, daarna meteen wisselen. Hartslag omhoog, hoofd koel. Echt waar.
- Herstel als pijler: rustige flowrolls, mobiliteit, en slimme spar-dichtheid. Minder is soms meer, zeker diep in kamp.
- Open stance-switch en trapvariaties: coaches merken op dat die mix zijn instap naar de heup makkelijker maakt. Southpaw look, buitenstap, binnenlowkick, en dan de druk. Dat is wel cool, want het leest als kickboksen maar het eindigt vaak in controle.
In ons geval zie je dat terug tegen power-worstelaars: hij raakt niet vastgeplakt, maar kiest momenten. Een halve stap, een falselook met de schouder, en dan ofwel de underhook claimen of juist wegdraaien. Maar neem het van mij niet aan – kijk de rondes en let op hoe weinig hij forceert.
Hoe Van Steenis MMA stijl toepassen voor beginners
Voor starters gaat het niet om trucjes kopiëren, maar om principes die altijd werken. Hoe merk je dat in de kooi? Door kleine regels die je elke ronde houdt.
- Handhoogte en je jablijn bewaken – de jab is je meetlat én je rem.
- Voeten buiten de as van je tegenstander; win de hoek, win de uitwisseling.
- Na elke combinatie een exit – stap naar buiten, hoofd offline.
Begin met drie vaste combinaties die je blind kunt: bijvoorbeeld jab–cross, jab–lowkick, en cross–lead hook. Voeg na een week een level change toe, al is het maar een dreiging. Bouw langzaam op en houd het zuiver: 3 rondes van 3 minuten, 30 seconden rust, en één scenario per ronde (kooirand, middenkooi, clinch). Kleine tip: film één ronde per week en check je voeten – voor zover ik weet is dat de snelste feedback-loop. Zo simpel is het. En de rest, tja, uren maken… maar dat is weer een ander verhaal.
Van Steenis vs Johnny Eblen
Tegen Eblen, een worstelaar met power en eindeloos gas, bleef Van Steenis bijna stoïcijns. Hij gaf de kooi niet cadeau: telkens een halve stap terug, dan weer een hoekje afsnijden en het midden pakken. Veel handfighting om grips te breken, en kleine schijnbewegingen naar het lichaam zodat Eblen’s guard zakt. Eerlijk gezegd is dat precies het soort discipline dat je op kampioensniveau onderscheidt. Wie zet Eblen zo onder druk zonder overhaast te worden? Het punt is: hij dwong vermoeidte af met clinchwissels, pummeling en korte schouderstoten. Als ik het me goed herinner kwam de late submission pas nadat Eblen een schot forceerde van te ver; Van Steenis hing er onmiddellijk een submission chain aan vast en strafte de mini-fout af, zoals je dat bij een geroutineerde kampioen ziet.
- Kooi-positie: nooit plat langs de wand, altijd een exit-hoek.
- Handfighting: wrists plukken, inside control, geen gratis heup.
- Feints naar body: guard laten zakken, dan counter-high.
- Vermoeidte dwingen: clinch-cycli, level changes, ritme breken.
Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat de doorslag zat in het geduld: geen jacht op de finish, wél constante druk die Eblen scheurtjes liet maken. Dat is wel cool, want het oogt rustig, maar het is genadeloos efficiënt.
Van Steenis vs Douglas Lima
Tegen Lima kreeg je een masterclass afstandsmanagement. Minder jagen, meer lokken: lead-hand feints, kleine stappen buiten de as en dan pas instappen. Lima is dodelijk als je in rechte lijnen komt, dus Van Steenis hield het patroon gebroken met variërende tempi en een spaarzaam maar venijnig middenrif-schopje. Sinds die partij werd hij merkbaar zuiniger met energie; hij pikt zijn momenten, prikt met een jab en forceert pas een uitwisseling als hij Lima’s voeten “vast” heeft. Het lijkt me dat hij daar leerde dat wachten soms de snelste weg naar impact is.
Van Steenis vs Mike Shipman
Die KO op Shipman draaide om momentum herkennen. Zodra Shipman te lang op de lijn bleef hangen, trok Van Steenis het tempo open: bodyfake, kleine stap buitenom en een korte hook over de top. Zo simpel is het, maar de timing moet perfect zijn. Later is dat gevoel alleen maar aangescherpt; dezelfde leesbril op het ritme, maar met meer controle over de vervolgkeuze.
Andere ijkpunten: een slimme split decision tegen Fabian Edwards, waar hij de optics won met clinchknees en late rondesturing; een gecontroleerde brabo tegen Kamil Oniszczuk na een zware crossface uit half guard; en een statement KO bij zijn PFL-debuut tegen João Vitor Dantas. Voor zover ik weet kwam die laatste na een vroege read op Dantas’ kick-timing en een strakke cross door het midden, ik denk dat het was in ronde één, zoiets als. Elk gevecht voegde een laag toe: van cage control tot counterselectie en van submission-geduld tot tempo-wissels. Je ziet de lijn: minder verspilde beweging, meer impact per actie, en een killerinstinct dat op het juiste moment aangaat—maar neem het van mij niet aan, kijk de replays terug en je ziet het zelf. Wat dat betekent voor Nederlands MMA? Daar kom ik zo op terug, maar dat is weer een ander verhaal.
Wat Deze Titel Betekent Voor Nederlands MMA
Eerlijk gezegd voelde die titel van Van Steenis als een seintje naar de hele scene: het kan wél, vanuit onze gyms, met onze methode. Opgegroeid in Spanje, gevormd in Vlaardingen en Amsterdam, met Mousasi als mentor — dat is niet alleen een mooi verhaal, het is een blueprint. Het laat zien hoe de Nederlandse infrastructuur werkt: compacte teams, veel rondes met verschillende stijlen, en coaches die hameren op efficiëntie in plaats van franjes. In ons geval vertaalt dat zich naar vechters die snappen hoe je energie spaart, hoe je de kooi gebruikt en wanneer je risico’s doseren moet. Klinkt simpel, maar het is het resultaat van jaren slijpen.
Geschiedenis van Van Steenis MMA in Nederland
Als ik het me goed herinner was de echte versnelling toen hij vast aanhaakte bij de Amsterdamse matten en structureel met topniveau ging rollen. Niet alleen met kickboksers, ook met worstelaars en jiu-jitsu-specialisten. Dat mengsel is precies wat Nederlandse MMA tegenwoordig kenmerkt: we hebben geen één-smaak-gym meer. Je krijgt sparring tegen een rechte stootstijl, een southpaw met veel feints, en een judoka die je tegen de kooi vouwt. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat juist die variatie zijn volwassen spel heeft gevormd.
Het punt is: deze titel onderstreept dat onze mix van kickboksen, worstelen en jiu-jitsu niet alleen leuk is voor highlight reels, maar wereldwijd concurrerend. Trainers hier focussen op herhaalbare keuzes: first layer verdediging, handfighting, positiespel tegen de kooi, en dan pas de afwerking. Wie Van Steenis volgt ziet dat terug in kleine dingen: heupdruk, hoofdpositie, het timen van een underhook. Dat zijn geen trucs; dat is solide vakwerk, echt waar.
- Duidelijk traject voor talent: regionale ervaring op Nederlandse shows, daarna Europese cards, en dan door naar het grote werk. Regionale ervaring → Europese cards → wereldniveau is geen slogan maar een werkend pad.
- Coachingsfocus op efficiëntie: minder jagen, meer lokken; minder explosies, meer controle. Het soort keuzes dat vijf ronden standhoudt.
- Reputatie-upgrade voor NL-gyms: buitenlandse teams kijken eerder naar Amsterdam en omgeving voor camps en spars. Dat is wel cool, want het trekt kennis én kansen.
- Compleet vechter als norm: niet alleen stand-up. Nederland levert middengewichten die clinch, cage craft en submissions serieus beheersen.
- Scouting en sponsoring: een kampioen opent de deur voor teamgenoten. Jongens uit Vlaardingen of Almere krijgen sneller een belletje, zoiets als een ripple effect.
Tegelijk is er nog werk. Meer professionele trainingsblokken door het jaar, betere herstelbegeleiding, en structurele worstelrondes met tijdsdruk. Hoe vaak zie je niet dat wedstrijden beslist worden op die “tussenmomenten”? Voor zover ik weet is dat precies waar onze beste gyms nu op doorpakken.
Nou, neem het van mij niet aan, maar deze titel bevestigt dat Nederland niet alleen kickboksers exporteert; we bouwen complete MMA-vechters. Wie dit wil kopiëren begint niet met fancy technieken, maar met basis, herkenning en de juiste rondes. De rest — die ijskoude afwerking — volgt als het fundament staat.
Van Steenis MMA Leren Zonder Ervaring
Je hoeft geen jaren op de mat te hebben om iets van Van Steenis’ benadering mee te pakken. Begin klein: een strakke stance (voeten onder je schouders), een gesloten guard (kin laag, ellebogen smal) en een scherpe jablijn die je lichaam in balans houdt. Het punt is: als je dit elke training bewust herhaalt, gaat de rest sneller klikken dan je denkt.
Eerlijk gezegd kun je met één gecontroleerde takedown en één betrouwbare ontsnapping al ver komen. Kies een body lock met binnenhaak langs de kooi als takedown, en als ontsnapping een wall-walk terug naar stand. Train het onder tijdsdruk: EMOM 3 minuten, elke halve minuut een live poging, daarna 15 seconden controleren. Wissel partners, wissel kanten. Het voelt in het begin chaotisch, maar dat is precies het punt: je leert keuzes maken als je hartslag hoog is.
Kijk gevechten terug en let op de tussenmomenten. Niet alleen de highlight, maar wat daaraan voorafgaat. Dat is wel cool, want daar zit het vakmanschap. Focus op:
- Handplaatsing: buitenhand op biceps of schouder voordat hij een clinch breekt.
- Cage craft: kleine zijstapjes om niet plat tegen de kooi te hangen.
- Exits: wegstappen en tegelijk een frame houden, kin achter de schouder.
Als ik het me goed herinner, herhaalt hij dat patroon telkens: positie winnen, dan pas versnellen. Zo simpel is het.
Matchplan Bouwen Dat Werkt
Klinkt simpel? Dat is het ook, als je je keuze beperkt. Selecteer drie A-technieken die je altijd durft te pakken en twee B-opties als de tegenstander aanpast.
- A: jab–inside low kick
- A: cross–level change naar body lock
- A: clinch break met rechterhoek
- B: snap-down naar front headlock
- B: linkse high kick na dubbele jab-feint
Oefen herkenningssignalen: wanneer zakt de leadhand na jouw jab? Wanneer verandert hij ritme (bijv. van 1-2 naar 1–1–pauze–2)? Roep het hardop in drills: “hand laag links”, “ritme wissel”. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat juist dat hardop labelen het in je systeem brandt. Herhaalbare keuzes, niet trucjes.
Community En Sparkwaliteit
Zoek sparrondes buiten je eigen stijl. Een worstelaar dwingt andere antwoorden dan een kickbokser, en een jiu-jitsu purple belt breekt je ego precies genoeg om te leren. Plan korte, scherpe ronden: 5×2 minuten met 30 seconden rust, elke ronde een ander accent (alleen jabs; alleen clinch; alleen takedown naar controle). Varieer tempo’s: ronde 1 “flow”, ronde 2 “shark tank”, ronde 3 gecontroleerd technisch. Je ziet meteen welke keuzes overeind blijven als de druk omhoog gaat.
Bouw een kleine crew: iemand die filmt, iemand die rondes coacht, iemand die kritisch blijft. Maar neem het van mij niet aan: test het vier weken. Als je stats na die periode niet duidelijker worden (meer succesvolle entries, schonere exits), dan heb je of te weinig gevarieerd of te veel tegelijk geprobeerd. In ons geval is minder echt meer; één detail per week is genoeg, al willen we vaak alles tegelijk. En ja, die discipline voelt soms saai, maar dat is weer een ander verhaal.
Veel fans beseffen niet hoe lang het duurde voordat Costello van Steenis deze complete vorm vasthield. Nu staat er een kalme finisher met realistische gameplans en doordachte aanpassingen per ronde. Voor Nederlands MMA is dat een sterk signaal: structuur, variatie in sparrings en nuchtere coaching betalen zich uit. De feiten spreken voor zich.