Reinier de Ridder blijft een van de meest invloedrijke Nederlandse MMA-vechters. We ontleden zijn stijl, de impact van de Malykhin-nederlagen, en wat fans en vechters hiervan kunnen leren. Praktische tips, context uit Nederland en heldere analyses. De feiten spreken voor zich.
Bij het bespreken van Reinier de Ridder valt één ding direct op: zijn controle in de clinch en op de grond is geen toeval, maar het resultaat van jaren BJJ en judo, gecombineerd met doordachte gameplans. Na titels bij ONE en zware avonden tegen Anatoly Malykhin is het beeld completer dan ooit. Hier staat wat echt werkt, wat is blootgelegd en waar het heen kan.
Van Breda Naar Wereldtitels
Reinier de Ridder kwam niet uit een megagym in Vegas, maar uit Breda, en bouwde daar stap voor stap een stijl die je meteen herkent. Positionele dominantie, lichaamscontrole, een kalm tempo dat de ander sloopt nog vóór de finish komt. Eerlijk gezegd is dat voor mij het mooiste aan zijn MMA: hij jaagt niet, hij stuurt. Met die aanpak pakte hij twee ONE-gordels en versloeg hij achtereenvolgens namen als Aung La Nsang, Kiamrian Abbasov en Vitaly Bigdash. Zijn judo-basis en BJJ-black belt zijn geen decor, het is het fundament waarop alles rust.
Het punt is: vanuit Brabant is De Ridder uitgegroeid tot iemand die internationale kampioenschapsrondes rustig maakt. Niet flitsend in de highlight-reels, wel dodelijk efficiënt. Als ik het me goed herinner, begon die periode waarin hij dubbel kampioen was met die overtuigende reeks tegen Aung La en later die klinische afronde tegen Bigdash. Bij die laatste zat er zelfs zoiets als een zeldzame triangle-variant tussen, dat is wel cool voor de liefhebber.
Geschiedenis Van De Ridder MMA In Nederland
Nederlandse vechtsport stond jarenlang synoniem voor kickboksen. De Ridder liet zien dat een grappling-gedreven MMA-identiteit hier ook top kan zijn. In ons geval zagen we gyms in Brabant en omstreken steeds vaker overstappen naar complete MMA-programma’s. Minder losse lessen, meer ketens: takedown naar control, control naar druk, druk naar finish. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat zijn succes een duidelijke switch versnelde bij trainers die eerst puur op stand-up leunden.
- Teams in Breda, Tilburg en Den Bosch gingen worstelkoppelingen en judo-grips serieuzer integreren.
- Strikers werden geprikkeld om in clinch en cage-wrestling te investeren, niet alleen in trappen en boksen.
- Wedstrijdschema’s kregen meer rondes met positional sparring en minder losse techniekblokjes.
Dat heeft de Nederlandse MMA-cultuur breder gemaakt. Minder “we winnen het wel staand”, meer “we winnen waar de ander het niet trekt”. Kleine kanttekening: het vraagt ook andere fysieke voorbereiding en herstel, maar dat is weer een ander verhaal.
De Ridder MMA Vs Aung La Nsang
De tweeluik met Aung La was vormend, sportief én tactisch. In het eerste gevecht legde hij meteen zijn blauwdruk neer: sterke clinch-entries, takedowns tegen de kooi, vanuit daar doorstappen naar side control of mount. Geen paniek, wel constante druk. Je zag Aung La telkens een halve stap te laat reageren, omdat Reinier al een frame brak of een heup blokkeerde.
In de rematch op het hogere gewicht was het tempo anders maar de boodschap identiek: controle wint. Vijf ronden lang het initiatief vastpakken, momenten kiezen, en wanneer ruimte ontstaat, de nek en schouders isoleren voor druk-chokes. Wie had verwacht dat een Nederlander zó rustig twee divisies kon neutraliseren tegen zo’n ervaren kampioen? Voor zover ik weet is dat precies waarom analisten die duels als het startpunt van zijn kampioensrun zien.
Diezelfde efficiëntie droeg hij door tegen Abbasov en Bigdash. Waar de één stukliep op constante topcontrol, werd de ander vastgezet in een val die je niet vaak ziet op dit niveau. Zo simpel is het: eerst de kooi kleiner maken, dan de opties van de tegenstander, en pas daarna jagen op de finish.
Technische handtekening van Reinier de Ridder
Zijn hele aanval draait om ketens van controle: van bodylock naar trip, van half guard naar mount, en ondertussen constante hoofd- en schouderdruk. Geen losse acties, maar schakels die in elkaar klikken. Eerlijk gezegd, je ziet zelden roekeloze entries; hij bouwt geduldig op, voelt waar de tegenstander ademt en zet druk waar het pijn doet. Het punt is: wie met hem in de kooi staat, merkt dat elke reactie al is ingecalculeerd. Als ik het me goed herinner, begon dat jaren terug met simpele clinch-routines, maar nu is het een uitgewerkt systeem.
Waarom werkt dat zo goed? Omdat zijn timing gekoppeld is aan positie, niet aan snelheid alleen. Hij wint eerst het hoofdpositie-gevecht, en dan pas de takedown.
De Ridder MMA techniek ontleed
Hij opent vaak met een over-under of double-under bodylock tegen de kooi, pummelt geduldig voor inside position en leest waar het gewicht naartoe valt. Daarna kiest hij tussen een inside trip of een voetveeg als de tegenstander te lang blijft hangen. Je ziet het bijna niet, tot die heupen ineens omvallen.
- Ingang naar control: bodylock tegen de kooi, voetvegen en inside trips.
- Passeren met druk: crossface, knee cut, en hip control om frames te breken.
- Afmakers: arm-triangle choke uit mount of half guard, head-and-arm varianten.
Ervaren coaches zeggen weleens dat zijn arm-triangle niet alleen techniek is, maar ook geografie: hij stuurt je naar de verkeerde kooihelft en draait je schouders naar de kant waar je heupen niet kunnen meebewegen. Vanaf mount zet hij de crossface diep, wandelt met de arm omhoog, en sluit pas als je hoofd al tegen het hek geprikt staat.
“Hij smoort je niet in één keer; hij knijpt de ruimte uit de kooi totdat jij nergens meer heen kunt.”
Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat hij vaker kiest voor een gable grip en dan pas wisselt naar een palm-to-palm, juist om micro-aanpassingen te houden terwijl hij zijn heupen in de mat schroeft. Dat soort kleine vertragingen maken ontsnappen zeldzaam.
Professionele De Ridder MMA training
Wat je in gevechten ziet, wordt in training geworteld met scenario-sparren. Beginnen in slechte posities: rug tegen de kooi met een underhook-achterstand, of onderin half guard terwijl je al een crossface voelt. Dan variëren in tempo: minuten van gecontroleerde druk afgewisseld met korte, explosieve scrambles van 10-15 seconden. Dat is wel cool, omdat het precies die wedstrijdmomenten simuleert waarin iemand denkt “ik ben vrij” – en dan toch weer vastloopt.
Cruciaal is het koppelen van takedown-entries aan directe pass-sequenties. Geen pauze na de matwissel: bodylock-trip, direct naar half guard, meteen de knee shield doden met hip control en de crossface klaarleggen. Als de tegenstander frames wil bouwen, gaat hij al naar knee cut of switcht hij naar mount via de hoge knieën. Soms zelfs een omgekeerde half guard om het hoofd te binden voor ground control; maar neem het van mij niet aan, kijk vooral hoe hij elke seconde iets nuttigs doet.
Nou, ritmewissels en handfighting in de clinch worden in deze schema’s steeds vaker geoefend, met veel aandacht voor head position en vroege underhooks. Het lijkt me logisch: wie zijn kooiwerk wil ontcijferen, moet eerst zijn kraagpakken, polsvegen en pummels breken. De komende tests vragen om precies die verfijningen, want één voorspelbare beat tegen een power-puncher en je bent een stap te laat — maar dat is weer een ander verhaal.
Wat de Malykhin nederlagen echt lieten zien
Als ik het me goed herinner, zag je in die avonden meteen hoe Anatoly Malykhin’s fysieke druk doorwerkte in de stand-up én in de eerste clinchmomenten. De Ridder’s entries werden soms te leesbaar, en herstelposities tegen een power-puncher moesten sneller, dieper en met betere frames. Eerlijk gezegd was het confronterend, maar ook verhelderend.
Malykhin sneed de kooi strak af, forceerde reacties met kleine feints en strafte elke trage level change met korte uppercuts en hooks. De Ridder stond iets te rechtop, liet zijn lijn van binnenkomst zichtbaar en kwam dan in de vuurlinie terecht. Het punt is: als je niet eerst de handen van een puncher “vastzet”, kun je niet veilig naar de heupen zakken. Daar miste soms handfighting vóór de shot: inside bicep ties, een sterke collar tie-break, en pummelen naar een vroege underhook tegen de kooi. En wanneer een poging strandde, moest hij sneller terug naar een stevig frame (bijv. voorarm op borstbeen) of direct herwinnen met een overhook/whizzer en hoofdpositie. Zo simpel is het.
Waarom doet dat er toe in 2025? Omdat iedereen nu de film heeft gezien. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat challengers precies daarop gaan jagen: voorspelbare ritmes, rechte entries en late pummels. In ons geval betekent het: ritme breken, handen vastzetten, en de muur al winnen vóór de echte takedown begint.
Beste De Ridder MMA strategie Nederland 2025
Voor komend jaar wijzen analisten drie bijsturingen aan die, echt waar, veel defensieve ellende voorkomen: variabele ritmewissels in de stand-up (half-beat level changes, schijnshots en exit-jabs), meer handfighting om takedown-entries te verbergen, en vroegtijdige underhook-wapening tegen de kooi. Daarmee wordt de route naar de mat minder voorspelbaar én veiliger.
- Setups met leg kicks en jabs om reacties te forceren.
- Head position prioriteit om uppercuts en hooks te neutraliseren.
- Directe schakeling naar half guard met crossface om ground-and-pound te beperken.
Concreet: eerst de jab laten “bijten”, dan de inside low kick op het voorbeen om de stance te breken; daarna op een ander ritme de level change verstoppen achter een schouderfeint. Tegelijk de handen managen: inside bicep control of een wrist ride om de near-side hand te doden, duim-post op de schouder, en met het hoofd onder de kin (head position) zodat de uppercutlijn dicht is. Als de tegenstander tegen de kooi blijft, wil je al een diepe underhook en heupdruk voordat hij zijn voeten herzet. Mocht je toch vallen of gestald worden, schakel dan meteen door naar half guard met een harde crossface, knie buiten, heup op heup; zo demp je ground-and-pound en kun je ofwel onderlangs komen voor de sweep, of terug naar de heupen voor een knee tap. Dat is minder spectaculair dan een highlight-finish, maar het rendeert.
Voor zover ik weet is dit precies waar Nederlandse teams nu op hameren: variabel tempo, handcontrole, en pummelen alsof je leven ervan afhangt. Je ziet het straks terug in hun situational sparring en video-analyse, maar dat is weer een ander verhaal. Dat is wel cool, want wie deze details strak trekt, houdt zelfs de hardste punchers eerlijk in de clinch en maakt de weg naar controle weer van hem.
Training in Nederland en wat je daarvan merkt in de kooi
De Nederlandse MMA-scene voelt volwassen. Je ziet overal mixteams waar worstelcoaches, BJJ-zwartbanden en kickboksers letterlijk naast elkaar trainingen draaien. Bij De Ridder levert dat korte lijnen tussen fases op: eerst prikken met een trap of jab, meteen de clinch pakken, doorstappen naar de takedown en direct vastklikken in controle. Geen franje, wel tempo en rendement. Het punt is: die keten wordt zo vaak geoefend dat hij niet meer mechanisch is, maar natuurlijk. Eerlijk gezegd merk je dat pas echt als iemand probeert los te komen en De Ridder al één stap verder denkt.
Als ik het me goed herinner, spreekt hij graag over “grip economy”. Klinkt saai, maar in de kooi is het dodelijk effectief. Minder grijpen, beter vastzetten: bodylock variaties die meteen naar een trip leiden, of een half armdiepte die rechtstreeks naar ride controle rolt. In Nederland trainen veel teams precies zo: ketens van drie à vier schakels waar timing belangrijker is dan knallen. Je ziet het resultaat in kleine dingen: een heup die al naar binnen draait vóór de tegenstander framed, een knie die bump geeft om een scramble te doven, een arm-triangle die al voorbereid is terwijl er nog gescoord wordt vanaf half guard. Dat is wel cool.
De Ridder MMA Sportscholen Nederland
Door het land zijn er gyms die deze methode echt omarmen. Niet losse drills, maar technische ketens met heldere doelen per ronde. Voor zover ik weet vragen ervaren trainers om video-analyse naast “maturen” op de mat, want je ziet vaak pas op beeld hoe voorspelbaar of juist onvoorspelbaar je entries zijn. Let op drie dingen als je een club kiest:
- Aparte MMA-worstelsessies met kooiwerk en herstarts tegen de wand.
- Situational sparring: bijvoorbeeld starten met één underhook of met je rug tegen het hek.
- Video-breakdowns en feedback op ketens, niet alleen op losse moves.
- Een planning waarin BJJ, worstelen en striking elkaar logisch aanvullen.
“Niet mooi, wel effectief” – dat hoor je vaak bij coaches die ketentraining serieus nemen.
De Ridder MMA Training Amsterdam
In Amsterdam is de mix met topstrikers hard maar leerzaam. Kickboksers straffen je benen en houden je timing eerlijk. Daardoor wordt je head position geen theorie, maar noodzaak. Je leert handfighting die echt blokkeert: kleine pols-treks, mini-frames, collar ties die je level change maskeren. Ik ben er niet 100% zeker van, maar ik denk dat veel van die clinch-entries die we bij De Ridder zien, ontstaan door zulke sparrings: je loopt niet blind naar binnen, je plukt eerst een hand weg, je stap-kruist langs de buitenvoet en je tik-kneet een knee tap als er een knie omhoog komt. Klinkt simpel, zoiets als “eerst veilig, dan pas scoren”, maar onder druk is dat goud.
Wat merk je hier nou van in de kooi? Meer rust, minder losse momenten. Minder slagen zonder doel, meer posities die tellen. En ja, het breekt ritme bij tegenstanders die willen vlammen – maar dat is weer een ander verhaal. Trainen in deze Nederlandse structuur maakt De Ridder’s stijl compact: cage-worstelen dat niet lekt, controle die doorloopt in submissie-gevaar, en keuzes die al gemaakt zijn vóór de scramble begint. Neem het van mij niet aan, kijk naar hoe weinig hij tijd verspilt tussen acties. Dat voelt als volwassen MMA, echt waar.
Lessen voor fans en vechters uit de stijl van De Ridder
Veel fans beseffen niet hoe saai goed controleren voor de tegenstander voelt. Het is niet flashy, maar het kruipt onder de huid: het breekt wilskracht en haalt je timing uit elkaar. Het punt is: een tegenstander die constant moet reageren, verliest na een minuut al kleine stukjes energie en zelfvertrouwen, echt waar. Eerlijk gezegd zie je bij De Ridder hoe effectief dat wordt als hij van clinch naar vloer gaat en direct met hoofdpositie, heupdruk en handfighting de opties dichttimmert. Als je dit wilt nabootsen, denk in ketens, niet in losse moves.
Wat helpt om het te zien: let op zijn ritmebreuk. Eerst stabiliseren, dan pas versnellen. Als ik het me goed herinner was zijn beste werk vaak na een halve seconde pauze in side control, net genoeg om de ander te laten “relaxen”, waarna de arm-triangle openklapt. Klinkt simpel? Het is vooral discipline.
Hoe De Ridder MMA stijl toepassen voor beginners
Begin klein. Werk met drie vaste schakels die elkaar logisch voeden. Kwaliteit boven snelheid, altijd.
- Takedown → half guard: kies één instap (bijv. bodylock tegen de kooi). Focus op hoofdpositie onder de kin en een diepe underhook. Geen scramble weggeven.
- Pass → side control: pressure pass met kniedruk. Vuistregel: eerst vast, dan verplaatsen. Bevries de heupen met je heupbeen; hand op de near-side heup voor controle.
- Druk → arm-triangle setup: schouder als wig, hoofd naar de mat, arm naar de nek vegen. Denk aan drie checkpoints: hoofd laag, elleboog gevangen, heup vrij om over te stappen naar mount of blijven in side.
Oefen elke schakel apart, daarna in tempo. Stel jezelf na elke ronde één vraag: heb ik controle behouden tijdens de overgang? Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat deelnemers die dit echt noteren in een trainingslog sneller progressie zien. Kleine cue: tel in je hoofd “één, vast; twee, verplaats”. Dat is wel cool omdat je zo gedwongen wordt te ademen en niet te jagen.
De Ridder MMA leren zonder ervaring
Zonder ervaring start je met fundamenten: valbreken, basisframes, underhooks. Je lichaam moet snappen wat veilig is voordat je druk kunt geven. In ons geval scheelt het als je eerst leert hoe een heup voelt onder druk, en pas daarna submissions jaagt.
- Schema: twee keer per week BJJ voor positional control, één keer MMA-worstel met cage-werk, plus een lichte striking-sessie voor voetenwerk en hoofdpositie.
- Focusblokken: 6 weken half guard top only; 6 weken side control holds van 30-45 seconden; 6 weken arm-triangle entries met lage hartslag.
- Drill-gedrag: 70% tempo, 30% spar. Werk veel met situational starts (bijv. beginnen in half guard met underhook) om chaos te temmen.
- Consistentie: zes maanden gedoseerde herhaling weegt zwaarder dan losse “trucjes”. Zo simpel is het.
Maar neem het van mij niet aan: vraag je trainingsmaat na elke ronde om feedback op drie woorden: druk, balans, adem. Hou het meetbaar, nou. Je merkt dan dat De Ridder’s stijl niet draait om magische grepen, maar om keuzes die elkaar stapelen. Dat is precies het soort basis dat straks ook de weg naar de juiste matchups en kampaanpassingen ondersteunt, maar dat is weer een ander verhaal.
De route terug naar titelgevechten bij ONE
Eerlijk gezegd is de weg terug voor De Ridder duidelijk maar smal. Na die zware lessen tegen power punchers is de marge kleiner geworden, maar niet verdwenen. Het punt is: kies de juiste gevechten, bouw momentum met gecontroleerde afwerkingen, en laat zien dat de aanpassingen duurzaam zijn. Wie zet je dan voor hem neer? Geen pure one-shot knock-outers, maar sterke worstelaars of allrounders die durven clinchen en ketens maken. Eén of twee overtuigende wins, en je zit zo weer aan tafel voor titelgesprekken, echt waar.
In matchmaking-termen denk ik aan archetypes die zijn stijl triggeren in plaats van ontregelen. Allrounders met degelijk jiu-jitsu, of worstelaars die veel druk geven maar niet bekend staan om kill-switch-stootkracht. Dat levert lange uitwisselingen op langs het hek, scramble-momenten op de mat en kansen voor De Ridder om zijn arm-triangle of back takes te laten spreken. Als ik het me goed herinner, reageert hij het best wanneer een tegenstander vooruitloopt en de clinch zoekt.
- Tempo en veiligheid: kies tegenstanders die rondes willen winnen, niet alleen koppen willen jagen. Dat opent tijdvakken voor control passes.
- Grapple-first profielen: worstelaars met goede basis, zodat de clinch ontstaat waar hij kan sturen: underhooks, hoofdpositie, heupdruk.
- Lengte en reach: liever vergelijkbaar of korter gebouwd dan extreem lang met counter power, om entries veiliger te maken.
- Gasmanagement: vechters die na ronde 1 niet ploffen maar ook niet versnellen in explosies. Dan kan hij de duimschroeven aantrekken.
Camp-blokken die verschil maken
Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat het kamp moet draaien om het kopiëren van druk en het inbouwen van redundantie. Niet één plan, maar plan B en C die net zo getraind zijn als plan A. Voor zover ik weet werkt dit in het ONE-regelsetverhaal, met die kleine MMA-handschoenen en de clinch-knees, extra door.
- Sparpartners die duwen: 2-3 partners die 3 ronden lang “Dagestani-style” hekdruk simuleren, met commando’s: alleen winnen via cage control of via mat-return. Geen vrije spar, maar scenario’s.
- Wall-wrestling blokken: 5×5 minuten van alleen hekwerk: head position-wissels, pummelen, heup-lijn terugwinnen, en elke 30 seconden resetten in slechte positie.
- Counter-takedown entries: schijnstoten naar level change, of clinch-omkeringen na een missende cross van de tegenstander. Ritme: 2 aanrakingsstoten, drop op de heup, direct naar half guard.
- Clinchweerstand en isometrie: korte, zware sets: 30-30-30 seconden knieën, pummelen, lift/return. Doel: vorm behouden onder vermoeidheid.
- Afwerkdrills met contingenties: arm-triangle niet geforceerd; als de nek verdwijnt, overschakelen naar mount-back take, of naar Kesa Gatame voor controle-damage, dan terug.
De afwerking moet beheerst voelen, niet wanhopig. Een RNC na twee mat-returns of een arm-triangle uit side control nadat je eerst het frame van de near-side arm breekt: dat is precies het soort “dit is klaar”-signaal dat matchmakers waarderen. In ons geval gaat het om consistente keuzes in elke fase, niet om een nieuw trucje. Zo simpel is het.
Tijdslijn? Twee gevechten in 8 tot 10 maanden lijkt me realistisch: eerst een grind-winst over drie ronden met duidelijke controle, daarna een finish in ronde 2 of 3 tegen een top-5 allrounder. Boek dat op een grote kaart in Singapore of Tokio en je hebt weer rumoer richting titel. Maar neem het van mij niet aan; resultaten in de Circle hebben altijd hun eigen logica, en één glijpartij kan alles anders maken — maar dat is weer een ander verhaal. Dat is wel cool aan MMA: de route is smal, maar hij bestaat.
De Ridder is meer dan alleen submissions. Zijn stijl dwingt fouten af, maar de recente lessen vragen om verfijning in entries en defensieve stand-up. Wie zijn pad volgt, ziet een vechter en team dat leert en bijstuurt. Verwacht pragmatische aanpassingen, gefocuste kampkeuzes en hernieuwde titelambities. Simpel gezegd, hij blijft relevant zolang hij blijft evolueren. De feiten spreken voor zich.